zondag 15 januari 2023

Romantische strasse


Na deze wandeling rij ik naar de stad Würzburg. Dit noemen ze ook wel het beginpunt van de Romantische strasse, de oudste vakantiestraat van Duitsland. Deze toeristische route is iets meer dan 400 km lang en loop tot in Füssen. Ik zal enkele plaatsen bezoeken langs de Romantische strasse en dit tot Donauwörth.

Na een lange verplaatsing ben ik in de late namiddag toegekomen in Würzburg. De stad Würzburg is een universiteitsstad waar je kan vergapen aan de prachtige architectuur van gebouwen. Na het inchecken in het hotel vertrek ik direct naar het stadscentrum. Ik kom direct op het grote plein “De Cour d’Honneur” terecht. Hier zie je het indrukwekkende gebouw “De Residenz van Würzburg”. De residentie van Würzburg en de stad Würzburg worden van elkaar gescheiden door dit plein. Op het plein staat de Frankonia  fontein (Frankoniabrunnen), die in 1894 ter ere van prins-regent Luitpold van Beieren werd gebouwd. De fontein is verfraaid met beelden van historische figuren. De Residenz van Würzburg is eigenlijk één van de meest barokke meesterwerken van Duitsland. Het is een prachtig paleis uit de 18de eeuw. De bouw duurde van 1720 tot 1744 en het interieur is voltooid in 1780. Het staat sinds 1981 (samen met de hof tuinen en het residentieplein) op de werelderfgoedlijst. Het werk is van Balthasar Neumann en werd gebouwd als het huis van de plaatselijke prins-bisschoppen. Er zijn prachtige versieringen zichtbaar op de gevel boven de ramen en toegangsdeuren. Eveneens merk je bovenaan het gebouw verschillende beelden op. De residentie getuigt van het imposante hoofse en culturele leven in de 18de eeuw. Via een smeedijzeren poort ga ik nog wandelen in de Hofgarten of Hoftuin. De tuin is een mix van Engelse en Franse landschapsarchitectuur.

Ik trek verder de stad in. Je kan voldoende religieuze gebouwen vinden in de stad. De eerste die ik tegenkom is de Sint-Johanneskerk. Dit kerkgebouw is gewijd aan Johannes de Doper en Johannes de Evangelist. De huidige parochiekerk wordt meestal Stift Haug genoemd. Het werd gebouwd in de jaren 1670-1691 en is de eerste grote barokke kerk van de Franken. Je kan verschillende heiligenbeelden zien in de nissen.

Ik kom vervolgens de collegiale kerk van Neumünster tegen en deze dateert al uit 1065. Ze werd tussen 1180 en 1250 gerenoveerd en uitgebreid en in de 18de eeuw werd er een barokke gevel en een barok interieur aan toegevoegd. De kerk werd tijdens de oorlog beschadigd, maar werd tussen 1945 en 1952 gerestaureerd. De voorgevel van de kerk is prachtig versierd met heiligenbeelden.

Een ander religieus gebouw is de katholieke Würzburgse Dom. Het is gewijd aan de heilige Kilian. Het is al honderden jaren de begraafplaats van de prins-bisschoppen van de regio. De kathedraal is tijdens de oorlog zwaar beschadigd geweest, maar later terug gereconstrueerd. De kathedraal werd vanaf 1040 gebouwd op een plaats waar voorheen 2 kerken stonden die door brand waren beschadigd en vernield. De kathedraal werd in de loop der eeuwen een aantal keren herbouwd en in 1187 ingewijd. Het combineert Romaanse en Barokke elementen.

Ik kom de renaissance Nieuwbouw kerk (Neubau kirche) tegen. De bouw begon in 1583 en werd tussen 1679 en 1703 voltooid. Deze kerk werd tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest, maar werd tussen 1970 en 1985 gereconstrueerd. Het is de voormalige kerk van de Würzburg Universiteit. Tegenwoordig doet ze dienst als auditorium voor de universiteit. De toren is met 91 m de hoogste kerktoren van Würzburg en is vanaf vele plaatsen in de stad te zien.

Andere religieuze gebouwen die ik hier in Würzburg heb gezien zijn het klooster van Sint-Augustinus, de rooms-katholieke Franciscaanse kerk en de neogotische protestantse Sint John’s kerk. Ik kom hier ook het standbeeld tegen van Julius Echter von Mespelbrunn (1545 - 1617). Hij werd in 1573 benoemd tot prins-bisschop van Würzburg op achtentwintigjarige leeftijd, nog voor zijn priesterwijding.

Op het Bovenste of Oberer marktplein kan ik twee prachtige gebouwen zien, nl het Falkenhaus en de achterkant van de Mariakapel. Het Falkenhaus (Huis van de Valk) is één van de topattracties van de oude stad Würzburg. Het heeft een indrukwekkende rococogevel. De stadsbibliotheek en het toeristeninformatiecentrum zijn hier gehuisvest. Het gebouw dat hier nu staat, vervangt een gebouw met dezelfde naam dat van 1338 tot 1406 dienstdeed als het huis van de dompriester. Het huidige gebouw dateert uit 1629, toen het als herberg werd gebouwd. Het werd in 1735 door de herbergier Franz Thomas Meissner gekocht en zijn weduwe liet de gevel in 1751 door rondtrekkende Beierse stukadoors optrekken. Tot de 19de eeuw was het Falkenhaus de enige concert- en danszaal van Würzburg. Het bouwwerk is tijdens het bombardement in 1945 uitgebrand en zwaar beschadigd, maar in de jaren 1950 gerestaureerd. Op het Oberer marktplein kan ik ook een standbeeld zien van een traditionele wijnboer.

Ik verplaats me naar het grote marktplein, waar je de voorkant kan zien van de Mariakapel. De Mariakapel (Marienkapelle) is één van de belangrijkste bezienswaardigheden van de oude stad. Het heeft een overwegend rode en witte kleur. Deze heeft een lange en interessante geschiedenis. Deze locatie was in de 14de eeuw nog een moerasachtig gebied en was toen een Joodse buurt. Toen de nederzetting in 1347 zwaar te lijden had onder de pest, kregen de joden de schuld van de ziekte. De Jodenvervolging was verwoestend, zozeer zelfs dat sommigen zich in hun huizen verbrandden. Een synagoge die hier al sinds 1147 stond, werd verwoest. In plaats daarvan werd een kleine houten kapel gebouwd. De bouw van de huidige Mariakapel begon in 1377 en werd in 1392 ingewijd. De bouw werd echter voortgezet tot 1479. In de 18de eeuw en in de 19de  eeuw vonden er nog meer bouw- en renovatieperiodes plaats. De kapel, die tijdens het bombardement in 1945 zwaar beschadigd werd, werd tussen 1948 en 1961 gereconstrueerd.

Op het grote marktplein kan ik ook de Obeliskfontein (Obeliskbrunnen) zien. Het bestaat uit een 15 meter hoge obelisk op een vierkante sokkel, elk met een eenvoudige fonteinkom in de oost- en west richting. In 1884 werden aan de noord- en zuidzijde van de fonteinsokkel antieke reliëfs aangebracht. Deze tonen vrouwen die eten en drinken vervoeren (sommige dragen ze op hun hoofd) en geven zo ook heel goed de dagelijkse drukte op het marktplein weer. De reliëfs zijn bedoeld om het Napoleontische tijdperk onder Groothertog Ferdinand van Würzburg te herdenken . 

Een ander opvallend gebouw dat ik tegen kom is het stadhuis of Rathaus van Würzburg. Het is een complex dat tussen 1898 en 1905 werd gebouwd en na de oorlog in de jaren 1950 werd herbouwd. De gebouwen worden gebruikt door het stadsbestuur. Het Rathaus is eigenlijk een verzameling van veel gebouwen en huizen bij elkaar gezet, die op vroegere tijdstippen werden gebouwd. Zo kan je de vierkante toren de Grafenechart zien, die ook tot het stadhuis behoort en gebouwd werd in 1200. De toren is 55 meter hoog. Het is de oudste nog bestaande Romaanse seculiere gebouw in de stad Würzburg. Je kan op de toren een prominente zonnewijzer en een klok zien. Op het gebouw naast de toren kan je op de witte gevel een beschildering zien van een groene boom en een erkerraam. Naast het witte gebouw kan je een gebouw zien met een prachtige rode voorgevel, dat de zuidelijke ingang van het stadhuis is. Het wordt ook wel aangeduid als het rode gebouw. Het werd in 1659 voltooid en de gevel heeft een aantal intrigerende en opvallende architecturale kenmerken. Achter deze gevel strekt het stadhuiscomplex zich uit naar het noorden.

Op het plein voor het stadhuis kan ik de Vier-buizen fontein (Vierröhrenbrunnen) zien. Het ontwerp is typerend voor de late barok. Toen men in 1733 de eerste gemeentelijke waterleiding aanlegde, ontstond hier de eerste openbare fontein van de stad. Aan vier zijden torenen water spuitende dolfijnen boven het fonteinbassin uit. In het midden van de fontein kan je een obelisk zien die versierd is met een wapenschild. Onderaan de obelisk zie je 4 figuren die de 4 kardinale deugden belichamen. Deze 4 kardinale deugden zijn wijsheid, rechtvaardigheid, gematigdheid en moed. Bovenaan de obelisk zie je de figuur van Frankonia.

Nabij het stadhuis heb je de Alte Mainbrücke of oude brug over de rivier Main. Deze werd tussen 1473 en 1543 gebouwd ter vervanging van een voormalige Romaanse brug uit 1133. In 2 periodes, vanaf 1730, werd de brug versierd met heiligenbeelden en andere historisch belangrijke figuren. Ook de brug werd tijdens het bombardement in oorlogstijd vernietigd en na het conflict gerestaureerd. Sinds 1992 is de brug uitsluitend voor voetgangers toegankelijk. Hier stonden op de brug veel mensen een glas wijn te drinken. Je had een wijnhuis aan het begin van de brug. Er waren wel enkele regels indien je op de brug het glas wijn met vrienden dronk. Je moest je glas steeds vasthouden en je mocht het niet op de rand van de brug plaatsen. Je moest je glas steeds terugbrengen naar de zaak. Zo liep er hier een brugwachter rond om te controleren of iedereen zich aan de regels hield.

Ik ga vervolgens nog naar de andere kant van de rivier Main. Je kan hier het machtige fort Marienburg zien. Het diende bijna vijf eeuwen als huis van de plaatselijke prins-bisschoppen. Het is al sinds de oudheid een fort. De meeste van de huidige structuren werden oorspronkelijk gebouwd in renaissance- en barokstijlen tussen de 16de  en 18de eeuw. Tegenwoordig herbergt het twee musea.

Ik keer vervolgens terug naar het hotel na mijn verkenning van Würzburg. Het is een mooie stad waar je veel kan ontdekken. Op mijn terugtocht heb ik nog een originele en leuke fontein gezien op de Sternplatz. Het is een stervormige lage fontein met mythische figuren die water uitspuwen.

Ik trek de volgende dag naar het charmante historische stadje Tauberbischofsheim. De stad ligt aan de rivier de Tauber. Ik wandel direct naar het marktplein. Onderweg kom ik het Lieblerhuis tegen. Dit is een van de mooiste vakwerkhuizen in de oude stadskern van Tauberbischofsheim. De gevel is mooi gedecoreerd met versieringen die libellen en waterkevers voorstellen. Op het marktplein is het meest opvallende gebouw het neogotische stadhuis, dat gebouwd is tussen 1865 en 1867. Op de gevel is een klokkenspel aangebracht. Het neogotische stadhuis is omgeven door verschillende vakwerkhuizen. Tegenover het stadhuis op het marktplein zie ik de Lioba kerk. Dit was de kloosterkerk van het Franciscaner klooster, opgedragen aan St. Lioba, een 8ste -eeuwse Angelsaksische benedictijnse non. De kerk was in gebruik tot 1823. De gemeentelijke diensten bevinden zich nu in het voormalige Franciscaner klooster. Naast deze kloosterkerk kan je een ander opvallend gebouw zien. Dit is het huis Mackert, een briljant gebouw in roze en wit. Het werd in 1744 gebouwd als het barokke paleis van een wijnhandelaar met de naam Bögner. Boven de toegangsdeur kan je vijf verschillende heiligenbeelden zien.

Ik wandel verder door de stad en kom de Sint-Maartenskerk tegen, die werd gebouwd van 1910 tot 1914 in neogotische stijl. Naast de kerk kan je de Rooms-katholieke Sebastianuskapel zien. Het werd in 1474 gebouwd als een dubbele kapel met twee boven elkaar geplaatste kapellen en deed vroeger dienst als begraafplaatskapel. Een beetje verder kom ik de Petruskapel tegen. Dit is het oudste heilige gebouw van de stad. De Petruskapel is een cultureel erfgoed met een bijzondere regionale betekenis. De kapel dateert uit de Romaanse periode rond 1180.Tegenwoordig wordt de kapel beschouwd als een cultureel monument. Er zijn nog veel grafstenen van de oude begraafplaats die je kan zien buiten tegen de kapel.

Een ander mooi plekje dat ik in de stad kan vinden is waar de Türmerstoren (Türmersturm) en het Kurmainzisches Schloss Tauberbischofsheim staat. Ook kan ik hier de Tilman Riemenschneider fontein zien. De fontein is omgeven met andere standbeelden. Tilman Riemenschneider was een wereldvermaarde houtsnijkunstenaar. De Türmerstoren werd in de 13de eeuw gebouwd als donjon in een middeleeuws stadskasteel en werd gebruikt om de omgeving te bewaken. Toen in de 16de eeuw de stadsburcht Tauberbischofsheim door de keurvorstelijke burcht Mainz werd vervangen, bleef van de voormalige burcht alleen deze donjon bewaard. Aan het begin van de moderne tijd werden de middeleeuwse stadsversterkingen steeds meer verwijderd. Een beetje verder kan ik nog overblijfselen vinden van de oude stadsomwalling.

Nadien vertrek ik naar Bad Mergentheim, een ander charmant stadje op de Romantische strasse. Het stadje Bad Mergentheim is gelegen in de Tauber vallei. Ik wandel via het Schlosspark of kasteelpark, aan de rand van de stad, naar het centrum van Bad Mergentheim. Het eerste belangrijke gebouw dat ik tegenkom is de Residenzschloss Bad Mergentheim of het Mergentheimpaleis. Het paleis was eerst een kasteel, gebouwd in de vroege middeleeuwen. Het kasteel werd in 1527 de residentie van de Grootmeester van de Duitse Orde en bleef het hoofdkwartier van de Orde tot 1809. Het paleis heeft overal een wit gekleurde gevel. Een ander juweel van de residentie is de kasteelkerk die ik zie. De ingang van de kasteelkerk is te vinden op de binnenplein van het Mergentheim paleis. De kasteelkerk in barokstijl heeft geen witte, maar wel een overwegend gele kleur. In de kasteelkerk werden destijds katholieke diensten gehouden. In het Mergentheim paleis kan je een museum gaan bezoeken. Met objecten, kunstwerken en maquettes wordt de 800-jarige geschiedenis van de Duitse Orde van 1190 tot heden gepresenteerd in de tentoonstellingsruimte. 

Op 5 september 1791 arriveerde de 21 jarige Ludwig van Beethoven in Mergentheim. Hij speelde altviool in het hof-orkest van grootmeester Maximilian Franz en tijdens zijn verblijf in Mergentheim had bijna niemand het vermoeden dat hij ooit één van de beroemdste componisten van klassieke muziek zou worden. Tegenover het Mergentheimpaleis kan ik het huis zien waar Ludwig van Beethoven werkte in 1791.

Vervolgens wandel ik naar het oude marktplein. Ik merk de unieke vakwerkhuizen op aan het marktplein met een weelde aan details die prachtig zijn om naar te kijken. Je kan hier twee gelijkaardige huizen naast elkaar zien, die men de “twin houses”  of  “tweelinghuizen” noemt. Tussen de twee huizen kan je een toegangsportaal zien. De twee huizen dateren uit 1780. Achter de huizen zie je vanop het marktplein de toren van de St. Johanneskerk. Tegenover de tweelinghuizen zie je op het marktplein het oude stadshuis. Het in 1564 gebouwde stadhuis deed tot 2007 dienst als gemeentehuis van Bad Mergentheim. De Milchlingsbrunnen-fontein bevindt zich ook op het marktplein van Bad Mergentheim. De figuur van de fontein toont een ridder leunend op een schild met het wapen van Grootmeester Wolfgang Schutzbar. De fontein was uiterlijk in 1548 voltooid. Er zijn in de geschiedenis van Bad Mergentheim geen oorlogsverwoestingen geweest, zelfs niet in de Tweede Wereldoorlog, waardoor Bad Mergentheim zijn middeleeuwse en barokke stadsbeeld behouden heeft. Het prachtige marktplein nodigt eigenlijk uit tot een pauze in één van de vele cafés. Dit doe ik en geniet nog van dit prachtige oude markplein en zijn gebouwen.

Ik wandel nadien nog een beetje door de stad en kom de St. Martin kapel tegen nabij de St. Johanneskerk. Ik kom nog andere fonteinen tegen in de stad, waaronder de Marienbrunnen-fontein nabij het oude stadshuis. Ik verlaat het stadscentrum en op de terugweg wandel ik terug in het kasteelpark nabij de stad. Ik wandel vervolgens over de rivier de Tauber en ik kom terecht in de Kuurtuin met een verscheidenheid aan inheemse en exotische bomen. Je kan hier ook verschillende kunstwerken en standbeelden vinden. Ook zie ik hier mensen met blote voeten in een bad zitten. Ik kan in de tuin een borstbeeld zien van Sebastian Anton Kneipp (1821 - 1897). Het was een Beiers katholieke priester en één van de grondleggers van de natuurgeneeskunde. Hij is vooral bekend om de door hem ontwikkelde "Kneippkuur": een vorm van hydrotherapie, die op verschillende manieren gebruikmaakt van water, temperatuur en druk. Sinds 1926 mag de stad dan ook het predicaat “Bad” voor haar naam dragen, wat aangeeft dat de stad officieel erkend is als kuuroord.

Ik vertrek nu met de wagen naar Rothenburg ob der Tauber. Ik begin direct met de verkenning van de stad. De stad is nog steeds helemaal in de middeleeuwse stijl gebouwd en is een toeristische trekpleister geworden. Ik zie onmiddellijk de stadsomwalling en ga de stad binnen via de toegangspoort “Gallows Gate” of Galgenpoort. Deze poort is gebouwd in 1388. Hij ligt op 438 meter boven zeeniveau op het hoogste punt van de stad. Vanwege zijn speciale geografische ligging is de Galgenpoort in de geschiedenis het meest blootgesteld aan aanvallen.

Binnen in de stad kom ik een andere toren tegen. Dit is de Weisser turm of Witte toren. Toen Rothenburg in 1172 stadsrechten kreeg begon men met de bouw van de kleine, binnenste stadsmuur. Onder andere de Markusturm en de Weisser turm zijn hier onderdeel van. De buitenste stadsmuur met een totale lengte van bijna 3,5 kilometer werd aangelegd aan het einde van de 14de eeuw. Nabij de Weisser turm kan ik een verkeersbord zien dat het verboden is de stad binnen te komen met paard en kar. Ik ben uiteraard geen paard met kar tegengekomen in de stad, maar de auto daarentegen wel. Nu ja de auto heeft het paard met kar verdreven uit de binnenstad.

Nabij de Weisser turm kan ik de Seelbrunnen vinden. Je ziet een stenen wasbak en de fonteinzuil met erbovenop het beeld van de Griekse godin Minerva. Deze is ontstaan kort na 1600. Ze houdt het stadswapen en een spiegel in haar handen. Met de spiegel kon ze in de ziel van mensen kijken. Ze werd in de middeleeuwen de beschermgodin van de stad genoemd.

Ik trek verder door de stad en kan een tamelijk grote kerk zien. Dit is de St Jakobskirche en is de belangrijkste kerk in Rothenburg ob der Tauber. Het duurde 170 jaar om de kerk te bouwen en werd uiteindelijk voltooid in 1485. De bouw werd gestart door de Teutoonse Ridderorde, maar werd later overgenomen door het stadsbestuur, dat de kerk uiteindelijk in 1672 van de ridders kocht. Een aantal opvallende kenmerken van de kerk zijn de prachtige gebrandschilderde ramen. Deze imposante gotische kerk heeft twee torens. Een levensgrote figuur van de apostel Jacobus staat voor de kerk en geeft het bijzondere belang van deze kerk voor pelgrims aan. Aan de achterkant van de kerk kan ik nog verschillende prachtige sculpturen zien.

Ik wandel verder en kom terecht op de Marktplatz of het marktplein. Koning Conrad III van Huis Hohenstaufen bouwde in 1142 hier in Rothenburg zijn koninklijk kasteel. Al snel daarna groeide er een dorp omheen en begonnen handelaren hun waren te verkopen. De Marktplatz of het marktplein was geboren. Rothenburg kreeg in 1172 officiële marktrechten en dit hoofdplein werd het kloppende hart van de handel in de stad en een belangrijke sociale plaats voor de inwoners van de stad. Tot op de dag van vandaag blijft het een belangrijke ontmoetingsplaats. Het hele jaar door vinden hier tal van evenementen en festivals plaats.

Op het marktplein kan ik het indrukwekkende stadhuis zien. Het gotische stadhuis dateert uit 1250, hoewel het in 1501 gedeeltelijk is teloor gegaan bij een brand. De nieuwe voorgevel werd gebouwd in renaissancestijl, voltooid in 1572. Momenteel zie je dat er renovatiewerken zijn aan het stadhuis. Een ander opvallend gebouw is de Ratstrinkstube of Raadsdrinkhal dat nabij het stadhuis staat op het marktplein. Het is gebouwd voor 1446 en het was oorspronkelijk een exclusieve herberg voor de leden van de gemeenteraad. In 1638 is er op de gevel een klok toegevoegd. Je ziet op de gevel ook nog een kalenderdatumklok en een zonnewijzer. Deze zijn toegevoegd in 1768.

Op het marktplein zie je ook de fontein van Sint Joris. Deze fontein ligt boven een put die 8 meter diep is. Water was hier ooit moeilijk bereikbaar. Hoewel de stad aan de oever van de Tauber ligt, ligt ze op een rotsachtige heuvelrug. In 1418 werd er een ondergronds watersysteem aangelegd om de 40 openbare waterputten in geval van droogte of belegering met buitenwater gevuld te houden. In 1446 werd er een vrijlopende fontein over de put geplaatst en in 1608 werd de zuil bedekt met een figuur van Sint Joris te paard die een draak doodde. 

Achter de fontein bevindt zich het rood-witte vakwerkgebouw dat bekend staat als het Fleisch und Tanzhaus (Vlees- en Danshuis). Dit werd in 1270 gebouwd op de fundamenten van een gebouw dat oorspronkelijk dienst deed als Koninklijk Hof. Dat gebouw brandde in 1240 af. Direct naast dit gebouw staat er nog een prachtig vakwerkgebouw, waar er nu momenteel een apotheek is. Het gebouw dateert uit 1488 en is gebouwd op de plaats van een originele burgemeesterswoning in 1172.

Een beetje verder kan ik een opvallend rode bus zien met op het dak veel ingepakte geschenken. Het is de nostalgische geschenkexpress van Käthe Wohlfahrt. De bus staat voor de winkel waar je de grootste collectie traditionele Duitse kerstdecoraties ter wereld kan vinden. Alles wat bij een traditioneel kerstfeest hoort is te vinden op de ongeveer 1000 vierkante meter winkelruimte. Een beetje gek eigenlijk om midden in de zomer in de kerstsfeer gedompeld te worden.

Ik kom vervolgens terecht op de oude veemarkt. Hier kan ik de Hernbrunnen fontein zien. De fontein werd hier in 1595 geplaatst en de renaissancezuil werd in 1615 toegevoegd. De fontein werd in 1722 opnieuw gemodelleerd met het beeld van de zeemeermin. Hier kan ik ook de Franciscaanse kerk (of Franziscanerkirche) zien. Vroeger was het een klooster en werd in 1281 gesticht. Tegenwoordig is de kerk een evangelisch-lutherse parochiekerk.

Ik bereik nu de Burgturm of wachttoren en de Stadttor of burchtpoort. Het was hier dat Conrad III van Duitsland in 1142 zijn koninklijke kasteel bouwde. Het was dit kasteel dat leidde tot de ontwikkeling van de stad en het zijn naam gaf (letterlijk 'Rode Kasteel over de Tauber'). De Stadttor of burchtpoort werd in 1460 voltooid en verbond het burchtterrein met het marktplein. Als je doorloopt, kom je bij de Burgtor, de oorspronkelijke ingang van de burcht, en kom je binnen in wat vroeger het ommuurde boerenerf was, dat door een brug met de burcht is verbonden. In 1356 zou de burcht door een aardbeving zijn verwoest, nadat het al enige tijd gedeeltelijk was afgebrand en leeg stond. De stenen van het vervallen bouwwerk werden geplunderd en gebruikt om de groeiende vestingwerken van de stad te repareren en te verstevigen.

Ik wandel vervolgens naar de prachtige barokke kasteeltuin. Dit was vroeger de belangrijkste binnenplaats van de vesting. De kasteeltuin is eigenlijk een prachtige plek om te ontspannen en te genieten van het uitzicht over het Tauberdal.

Ik wandel vanaf de kasteeltuin langs de stadsomwalling naar de St. Wolfgang kerk en de Klingentor toegangspoort. De St. Wolfgang kerk is een laatgotische vestingkerk die is gebouwd als een integraal onderdeel van de stadsverdediging. De kerk werd tussen 1475 en 1493 gebouwd door het broederschap van herders en staat daarom ook bekend als de herderskerk. Het maakt deel uit van de Klingen Bastion in de noordwestelijke hoek van de middeleeuwse stad. Een weg, die nog steeds door auto's wordt gebruikt, loopt onder een deel van de kerk door en vervolgens door de Klingentor toegangspoort naar de oude stad.

Het is mogelijk om vanaf hier te wandelen op de eeuwenoude stenen stadsomwalling. Vanop deze plek kan ik met een trap naar boven gaan op de stadsomwalling. Vervolgens kan je op een hoogte van 10 meter langs de binnenkant van de stadsmuur lopen. Als bescherming is er op de stadsomwalling een houten reling voorzien. Vanaf deze plek heb je een mooi uitzicht over het middeleeuwse deel van de stad, maar kun je door de kijkgaten ook naar buiten kijken. Deze ommuring is gebouwd in de veertiende eeuw. In de Tweede Wereldoorlog zijn de stadsmuren deels vernield. Dankzij donaties vanuit de hele wereld zijn de stadsmuren weer herbouwd en hersteld. De gulle gevers zijn bedankt door middel van plaquettes met hun naam en woonplaats erop. Je kan zien dat deze in de huidige stadsmuur zijn verwerkt. Ik wandel op de stadsomwalling tot de Kobolzeller toren en passeer tijdens de wandeling verschillende wachttorens en stadspoorten. Aan stadspoorten is er geen gebrek in Rothenburg ob der Tauber. Tijdens deze wandeling snuif je de middeleeuwse sfeer op in de straten.

Ik kom terecht op het Plönplein. Dit is het meest gefotografeerde plekje in Rothenburg ob der Tauber. Het hoogteverschil in de straatjes, het gele vakwerkhuis met fontein ervoor en de twee torens Siebersturm en Kobolzeller Turm op de achtergrond. Het is moeilijk om dit niet charmant en fotogeniek te vinden. Ik merk dat het gele vakwerkhuis een beetje scheef staat en in het centrum van het Plönplein staat. Vertaald betekend de term Plönplein “klein plein bij de fontein”. Vanaf het Plönplein kan je de mooiste historische woongebouwen in de oude stad verkennen.

Ik wandel verder en bereik de Markusturm. De mooie vakwerkhuizen, de Röderbogen van de Markusturm vormen hier ook een mooi plekje in de stad. De poort en de smalle klokkentoren werden gebouwd in de 12de eeuw als een deel van de eerste stadsmuur. Het gele huisje voor de boog was het voormalige tolhuis. Tegenwoordig vind je hier één van de beste hotels van de stad: Romantik Hotel Markusturm. Direct achter de poort is de Markusturm gevestigd. Deze werd in 1204 gebouwd voor extra bescherming en was één van de vier originele wachttorens. Door de eeuwen heen breidde de stadsmuur verder uit en telde Rothenburg ob der Tauber maar liefst 70 torens. Het Büttelhaus aan de voet van de toren, werd in 1250 gebouwd en diende als geïmproviseerde gevangenis. In 1510 werd het gebouw aangepast en werd het een echte gevangenis die tot de 18de eeuw gebruikt werd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw ernstig beschadigd. Tegenwoordig vind je hier het Rothenburg Stadsarchief.

Ik wandel verder en kom aan bij de historische Rödertor. Dit is eigenlijk wel een mooie toegangspoort die dateert uit 1649. De Rödertor is zo laag mogelijk gebouwd om de poort bestand te maken tegen het vlakke terrein. Het is ontworpen in een harmonieuze ronde boog. 

Ik beëindig de avond op het marktplein en ga nog genieten op een terras van een lekker fris biertje en een wienerschnitzel met frieten. Ondertussen wordt het markplein opgevrolijkt door muzikanten. Na het eten keer ik terug naar het hotel.

De volgende dag zet ik mijn tocht langs de Romantische strasse verder en kom aan in de stad Dinkelsbühl. Ook deze stad is bijna geheel omsloten door een oude verdedigingsmuur met bijbehorende torens en stadspoorten. De muur heeft ongeveer een lengte van 2,5 km en een hoogte van 5 tot 6 meter. Ik kom de stad binnen via de Segringer stadspoort. Deze poorttoren bestond al in 1384 en werd in 1655 herbouwd in barokstijl en het kreeg toen zijn huidige barokke koepel.

In het centrum van de stad kom ik de kathedraal St. George tegen, dat omgeven wordt door imposante vakwerkhuizen. Deze is één van de mooiste laatgotische hallenkerken van het hele land. De kathedraal is gebouwd tussen 1448 en 1499. Deze kathedraal is indrukwekkend hoog en eenvoudig en heeft een Romaanse toren. Nabij de kerk kan ik nog een standbeeld zien van Christophe von Schmid. Hij is geboren in Dinkelbühl en hij was een priester, schrijver en dichter van hymnen.

Ik wandel in de richting van de toegangspoort Rothenburg Tor. Nabij deze toegangspoort kom ik de ziekenhuis kerk van de Heilige Geest tegen. De hospitaalkerk van de Heilige Geest maakt deel uit van het ziekenhuiscomplex. Rond 1280 bouwde de hospitaalorde een hospitaalkerkzaal "Heilige Maagd Maria en Heilige Geest" voor zieken, armen en pelgrims. Reeds in 1310 vond er een uitbreiding plaats. Vanaf de straat zie je een gebouw met een gele gevel en is alleen de toren uit 1456 zichtbaar.

De Rothenburg poorttoren kwam er in 1390 en is versierd met een trapgevel. Op de tweede verdieping bevinden zich de voormalige gevangeniskamers en een martelkamer. De volgende toren die ik tegenkom is de Wörnitztoren. Deze is de oudste van de vier stadspoorten. Aan het einde van de 14de eeuw werd de toren verhoogd. De renaissancegevel met klokkentoren dateert uit de 16de eeuw. Aan de buitenkant, zoals op alle vier de stadspoorten, staat het wapen van de keizerlijke stad Dinkelsbühl. Ernaast staat de keizerlijke adelaar als teken van keizerlijke directheid.

Nabij deze poort kan ik de leeuwenfontein zien. Je kan een fonteinzuil zien met een acanthusbladig Korinthisch kapiteel uit 1557 en het ondersteund een rechtop zittende leeuw. Hij lijkt luid te gaan brullen en in zijn poten houdt hij een schild met een tweekoppige arend vast. De adelaar houdt op zijn beurt het stadswapen van Dinkelsbühl (drie gespelde oren) in zijn klauwen. Vroeger voorzagen openbare putten de mensen elke dag van het water dat ze nodig hadden. Helaas zijn met de aanleg van het drinkwaternet en de riolering veel van de simpele fonteintjes in de stad verdwenen. Echter de leeuwenfontein heeft het wel overleefd. Deze fontein stond oorspronkelijk op het marktplein voor het portaal van de St. George kathedraal. In 1866 werd de leeuwenfontein verplaatst naar de huidige locatie. 

Ik kom de Sint-Pauluskerk tegen en dit is een protestantse kerk. Op deze plaats stond vroeger de kloosterkerk van de Karmelieten. Deze werd in 1839 gesloopt om plaats te maken voor de protestantse kerk. Deze kerk werd gebouwd in Byzantijnse stijl. Enkel de zuidbeukmuur is nog afkomstig van de kloosterkerk. In de zomer van 1843 werd het interieur van de kerk voltooid.

Ik bereik nu de Nördlingen toegangspoort. Deze werd gebouwd rond 1400. Je kan zien dat de trapgevel versierd is met schelpvormen uit de 16de eeuw. Vervolgens wandel ik nog buiten de stadsmuur in een groene zone en passeer nog de Bauerlin wachttoren. Opvallend aan de toren is de vakwerkverdieping en het steile schilddak uit de 16de eeuw. De toren is vernoemd naar de torenwachten Hans Bauerlin. Je kan zien dat de stad ligt aan de oevers van de rivier Wörnitz. Eigenlijk is Dinkelsbühl een mooie oude stad die zijn middeleeuwse flair heeft behouden.

Ik verlaat Dinkelsbühl en rij naar de stad Nördlingen. Ik ga via de Berger stadspoort de stad binnen en ga naar het oude stadsgedeelte van Nördlingen. De huidige Berger stadspoort werd gebouwd in 1362, maar de poorttoren moest in 1435-1436 worden herbouwd omdat deze niet meer voldeed aan de verdedigingseisen. De stadsmuur uit 1327 is in zijn totaliteit bewaard gebleven. Deze heeft vijf poorten met torens, elf torens en twee bastions. Ook de omgang is bewaard gebleven en kan men bewandelen.

Zo’n 15 miljoen jaar geleden sloeg een meteoriet in de aarde op de plek waar nu Nördlingen ligt. Deze Duitse stad is gebouwd in de ontstane Rieskrater. Nördlingen is de enige stad in Duitsland met een nog intacte stadsmuur uit de Middeleeuwen. De gehele oude binnenstad van Nördlingen staat vol met liefdevol gerenoveerde schitterende huizen uit de middeleeuwen en de renaissance.

Op weg naar het centrum van de stad kan ik reeds de 90 meter hoge toren Daniel zien van de Saint George kerk. Deze laatgotische toren (15de eeuw) werd in de 16de eeuw voorzien van een koperen helmspits in renaissancestijl (1538-1539). Het ontwerp van de kerk dateert uit 1427. Het bouwen begon in 1444 en duurde, onder negen verschillende bouwmeesters, tot 1508. Het is de belangrijkste protestantse kerk in de stad. Het is gebouwd in gotische stijl, terwijl je binnen elementen van de barok aantreft. 

Op het marktplein van Nördlingen zie je veel statige herenhuizen. Hier staan verschillende gebouwen die vele eeuwen oud zijn, waaronder het raadhuis dat stamt uit de 13de eeuw. Het gebouwde raadhuis is voor het belangrijkste deel gotisch. De grote bordestrap, toegevoegd in 1618, is in renaissancestijl.

In de directe omgeving van de Saint George kerk kan ik de Kriegerbrunnen of de Krijgerfontein zien. Het is wel een geweldige fontein. Deze fontein werd gebouwd ter nagedachtenis aan de Frans-Pruisische oorlog op de plaats van een voormalige zogenaamde Joodse fontein. Je kan een adelaar zien op de top van de fontein, water spuwende bustes van boeren en afbeeldingen van de veldslagen van de Duits-Franse oorlog.

Ik kom hier in de stad het restaurant Klösterle tegen met een prachtig versierd toegangsportaal. Het gebouw was vroeger een franciscanenkerk. De voormalige kerk werd omstreeks 1420 tijdens de Reformatie als graanpakhuis in gebruik genomen. Bij deze gelegenheid werd het gebouw met de hoge gevel voorzien van een fraai portaal. Voor het portaal kan ik de bijzondere Dr. Oetkerfontein zien. Ik kan een hoge metalen omgekeerde trechter zien waaruit water stroomt. Verder zie ik cakevormen en een taarten bakvorm rond het bovenste gedeelte van de trechter.

Ik zet mijn tocht verder en kom aan bij een gebouw met rode gevel. Op de gevel staat er een mooie klok geschilderd. Dit gebouw is de Alte Kornschranne of oude graanschuur. Dit was vroeger een opslagplaats van graan, maar was ook een plaats voor graanhandel. Het bestaande gebouw van de oude graanschuur werd gebouwd tussen 1601 en 1602. De graanhandel die in het gebouw gebeurde stopte in 1937. Momenteel doet het gebouw dienst als markthal, restaurant en een evenementenruimte voor tentoonstellingen en concerten.

Op het plein voor dit gebouw kan ik een moderne fontein zien met 2 boeren. De ene boer heeft een gans onder de arm en de andere een varken. Dit staat symbool voor de veehandel die hier op dit plein vroeger werd bedreven.

Ik ben nog naar de Deininger toegangspoort geweest. De Deininger toegangspoort werd zwaar beschadigd tijdens het beleg van de stad in 1634. Hier stormden de aanvallers de toren binnen, waardoor de verdedigers van Nördlingen geen andere keus hadden dan de toren in brand te steken om zo de vijand af te weren. De Deininger toegangspoort werd in 1516 - 1517 vervangen door een nieuw gebouw in zijn huidige vorm. In het huidige bouwwerk kan je bovenaan twaalf boogramen zien en een gebogen dakkap.

Na dit bezoek vertrek ik uit Nördlingen en rij naar de stad Donauwörth. Dit is de laatste stad die ik ga bezoeken langs de Romantische strasse. Ik bereik de belangrijkste straat die door het centrum van de stad loopt. Dit is de Reichsstrasse en er staan heel wat prachtige kleurrijke patriciërshuizen die allen netjes zijn onderhouden. In de straat kan je veel winkels en eethuisjes vinden. Het drukke verkeer in de straat neemt een beetje de schoonheid weg. Ik kom eerst het Fuggerhaus tegen uit 1537, een gebouw uit de renaissance. Opvallend zijn de hoge gekanteelde gevels bovenaan het gebouw. Tegenwoordig is dit het bestuursgebouw van het district.

Ik wandel verder in de straat en kom de Reichsstadt fontein tegen. Bovenaan op de fontein kan ik een arend zien. Aan de overkant van de straat zie ik de Onze-Lieve-Vrouwe munsterkerk. Het is een katholieke parochiekerk. De kerk is een massief bakstenen gebouw, grotendeels gepleisterd, met steunberen en gewelfde portieken. De bouw van de huidige driebeukige laatgotische hallenkerk begon in 1444. In 1467, na 23 jaar bouwen, werd de kerk ingewijd. De toren van de kerk is 57 meter hoog.

Op het einde van de straat kan ik nog het neogotische raadhuis zien uit 1236. Het gebouw heeft een mooie toegang met trap en boven de toegangsdeur zie je het wapenschild van de stad met dubbele arend, dat dateert uit 1530.

Ik wandel verder en kom aan bij de rivier de Donau. Donauwörth had sinds de 16de eeuw een ontwikkelde haven aan de Donau, die later uitgroeide tot het eindpunt van Donau-stoomschepen. Aan het begin van de 20ste eeuw eindigde deze haventraditie en de faciliteiten raakten in verval. Overblijfselen van oude zwenkkranen, origineel gips, trappen en kunstvoorwerpen werden gedeeltelijk begraven door overstromingen. Op deze historische plek zie je nu een aantrekkelijke promenade die langs de “Alter Donauhafen” of oude Donauhaven werd aangelegd. Hier neem ik een pauze en terwijl ik op een bank zit geniet ik van het kabelende water van de Donau.

Ik ga ook nog naar de Heilige Kruis kerk gaan kijken. Dit was vroeger een benedictijnenabdij. Het aan het Heilig Kruis gewijde klooster werd rond 1040 gesticht als benedictijnenklooster. Sinds 1935 vestigden de missionarissen van het Heilig Hart van Jezus uit Salzburg zich in de kamers van het Heilig Kruis-klooster en is er daar dan ook weer een katholiek religieus leven.

Eifel - Moezel (Noorden)

Welkom in Duitsland, een land waar sprookjes tot leven lijken te komen. Duitsland heeft veel te bieden voor toeristen. Je kan er genieten va...