Na deze wandeling rij ik naar de stad Würzburg. Dit noemen ze
ook wel het beginpunt van de Romantische strasse, de oudste vakantiestraat van
Duitsland. Deze toeristische route is iets meer dan 400 km lang en loop tot in
Füssen. Ik zal enkele plaatsen bezoeken langs de Romantische strasse en dit tot
Donauwörth.
Na een lange verplaatsing ben ik in de late namiddag
toegekomen in Würzburg. De stad Würzburg is een universiteitsstad waar je kan vergapen
aan de prachtige architectuur van gebouwen. Na het inchecken in het hotel
vertrek ik direct naar het stadscentrum. Ik kom direct op het grote plein “De
Cour d’Honneur” terecht. Hier zie je het indrukwekkende gebouw “De Residenz van
Würzburg”. De residentie van Würzburg en de stad Würzburg worden van elkaar
gescheiden door dit plein. Op het plein staat de Frankonia fontein (Frankoniabrunnen), die in 1894 ter
ere van prins-regent Luitpold van Beieren werd gebouwd. De fontein is verfraaid
met beelden van historische figuren. De Residenz van Würzburg is eigenlijk één
van de meest barokke meesterwerken van Duitsland. Het is een prachtig paleis
uit de 18de eeuw. De bouw duurde van 1720 tot 1744 en het interieur
is voltooid in 1780. Het staat sinds 1981 (samen met de hof tuinen en het
residentieplein) op de werelderfgoedlijst. Het werk is van Balthasar Neumann en
werd gebouwd als het huis van de plaatselijke prins-bisschoppen. Er zijn
prachtige versieringen zichtbaar op de gevel boven de ramen en toegangsdeuren.
Eveneens merk je bovenaan het gebouw verschillende beelden op. De residentie
getuigt van het imposante hoofse en culturele leven in de 18de eeuw.
Via een smeedijzeren poort ga ik nog wandelen in de Hofgarten of Hoftuin. De
tuin is een mix van Engelse en Franse landschapsarchitectuur.
Ik trek verder de stad in. Je kan voldoende religieuze
gebouwen vinden in de stad. De eerste die ik tegenkom is de Sint-Johanneskerk.
Dit kerkgebouw is gewijd aan Johannes de Doper en Johannes de Evangelist.
De huidige parochiekerk wordt meestal Stift Haug genoemd. Het werd gebouwd in
de jaren 1670-1691 en is de eerste grote barokke kerk van de Franken. Je kan
verschillende heiligenbeelden zien in de nissen.
Ik kom vervolgens de collegiale kerk van Neumünster tegen en deze dateert
al uit 1065. Ze werd tussen 1180 en 1250 gerenoveerd en uitgebreid
en in de 18de eeuw werd er een barokke gevel en een barok interieur
aan toegevoegd. De kerk werd tijdens de oorlog beschadigd, maar werd tussen
1945 en 1952 gerestaureerd. De voorgevel van de kerk is prachtig versierd met
heiligenbeelden.
Een ander religieus gebouw is de katholieke Würzburgse Dom. Het is gewijd
aan de heilige Kilian. Het is al honderden jaren de begraafplaats van de
prins-bisschoppen van de regio. De kathedraal is tijdens de oorlog zwaar
beschadigd geweest, maar later terug gereconstrueerd. De kathedraal werd vanaf
1040 gebouwd op een plaats waar voorheen 2 kerken stonden die door brand waren
beschadigd en vernield. De kathedraal werd in de loop der eeuwen een aantal
keren herbouwd en in 1187 ingewijd. Het combineert Romaanse en Barokke
elementen.
Ik kom de renaissance Nieuwbouw kerk (Neubau kirche) tegen. De bouw begon in 1583 en werd tussen 1679 en
1703 voltooid. Deze kerk werd tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest,
maar werd tussen 1970 en 1985 gereconstrueerd. Het is de voormalige kerk van de
Würzburg Universiteit. Tegenwoordig doet ze dienst als auditorium voor de
universiteit. De toren is met 91 m de hoogste kerktoren van Würzburg en is
vanaf vele plaatsen in de stad te zien.
Andere religieuze gebouwen die ik hier in Würzburg heb
gezien zijn het
klooster van Sint-Augustinus, de rooms-katholieke Franciscaanse kerk en de neogotische protestantse Sint John’s kerk. Ik kom hier ook het
standbeeld tegen van Julius Echter von Mespelbrunn (1545 - 1617). Hij werd
in 1573 benoemd tot prins-bisschop van Würzburg op achtentwintigjarige
leeftijd, nog voor zijn priesterwijding.
Op het Bovenste of Oberer marktplein kan ik twee prachtige
gebouwen zien, nl het Falkenhaus en de achterkant van de Mariakapel. Het Falkenhaus (Huis van de Valk) is één van de topattracties van de
oude stad Würzburg. Het heeft een indrukwekkende rococogevel. De
stadsbibliotheek en het toeristeninformatiecentrum zijn hier gehuisvest. Het
gebouw dat hier nu staat, vervangt een gebouw met dezelfde naam dat van 1338
tot 1406 dienstdeed als het huis van de dompriester. Het huidige gebouw dateert
uit 1629, toen het als herberg werd gebouwd. Het werd in 1735 door de
herbergier Franz Thomas Meissner gekocht en zijn weduwe liet de gevel in 1751
door rondtrekkende Beierse stukadoors optrekken. Tot de 19de eeuw was het Falkenhaus de enige concert- en
danszaal van Würzburg. Het bouwwerk is tijdens het
bombardement in 1945 uitgebrand en zwaar beschadigd, maar in de jaren 1950
gerestaureerd. Op het Oberer marktplein kan ik ook een standbeeld zien van een
traditionele wijnboer.
Ik verplaats me
naar het grote marktplein, waar je de voorkant kan zien van de Mariakapel. De
Mariakapel (Marienkapelle) is één van de belangrijkste bezienswaardigheden van
de oude stad. Het heeft een overwegend rode en witte kleur. Deze heeft een
lange en interessante geschiedenis. Deze locatie was in de 14de eeuw
nog een moerasachtig gebied en was toen een Joodse buurt. Toen de nederzetting
in 1347 zwaar te lijden had onder de pest, kregen de joden de schuld van de
ziekte. De Jodenvervolging was verwoestend, zozeer zelfs dat sommigen zich in
hun huizen verbrandden. Een synagoge die hier al sinds 1147 stond, werd
verwoest. In plaats daarvan werd een kleine houten kapel gebouwd. De bouw van
de huidige Mariakapel begon in 1377 en werd in 1392 ingewijd. De bouw werd
echter voortgezet tot 1479. In de 18de eeuw en in de 19de eeuw vonden er nog meer bouw- en
renovatieperiodes plaats. De kapel, die tijdens het bombardement in 1945 zwaar
beschadigd werd, werd tussen 1948 en 1961 gereconstrueerd.
Op het grote
marktplein kan ik ook de Obeliskfontein (Obeliskbrunnen) zien. Het bestaat uit
een 15 meter hoge obelisk op een vierkante sokkel, elk met een eenvoudige
fonteinkom in de oost- en west richting. In 1884 werden aan de noord- en
zuidzijde van de fonteinsokkel antieke reliëfs aangebracht. Deze tonen
vrouwen die eten en drinken vervoeren (sommige dragen ze op hun hoofd) en geven
zo ook heel goed de dagelijkse drukte op het marktplein weer. De reliëfs
zijn bedoeld om het Napoleontische tijdperk onder Groothertog Ferdinand van Würzburg te
herdenken .
Een ander opvallend gebouw dat ik tegen kom is het stadhuis of
Rathaus van Würzburg. Het is een complex dat tussen 1898 en 1905 werd gebouwd
en na de oorlog in de jaren 1950 werd herbouwd. De gebouwen worden
gebruikt door het stadsbestuur. Het Rathaus is eigenlijk een verzameling van veel
gebouwen en huizen bij elkaar gezet, die op vroegere tijdstippen werden
gebouwd. Zo kan je de vierkante toren de Grafenechart zien, die ook tot het
stadhuis behoort en gebouwd werd in 1200. De toren is 55 meter hoog. Het is de
oudste nog bestaande Romaanse seculiere gebouw in de stad Würzburg. Je kan op
de toren een prominente zonnewijzer en een klok zien. Op het gebouw naast de
toren kan je op de witte gevel een beschildering zien van een groene boom en
een erkerraam. Naast het witte gebouw kan je een gebouw zien met een prachtige
rode voorgevel, dat de zuidelijke ingang van het stadhuis is. Het wordt ook wel
aangeduid als het rode gebouw. Het werd in 1659 voltooid en de gevel heeft een
aantal intrigerende en opvallende architecturale kenmerken. Achter deze gevel
strekt het stadhuiscomplex zich uit naar het noorden.
Op het plein voor het stadhuis kan ik de Vier-buizen fontein
(Vierröhrenbrunnen) zien. Het ontwerp is typerend voor de late barok. Toen men
in 1733 de eerste gemeentelijke waterleiding aanlegde, ontstond hier de eerste
openbare fontein van de stad. Aan vier zijden torenen water spuitende dolfijnen
boven het fonteinbassin uit. In het midden van de fontein kan je een
obelisk zien die versierd is met een wapenschild. Onderaan de obelisk zie je 4
figuren die de 4 kardinale deugden belichamen. Deze 4 kardinale deugden zijn
wijsheid, rechtvaardigheid, gematigdheid en moed. Bovenaan de obelisk zie je de
figuur van Frankonia.
Nabij het stadhuis heb je de Alte Mainbrücke of oude brug
over de rivier Main. Deze werd tussen 1473 en 1543 gebouwd ter
vervanging van een voormalige Romaanse brug uit 1133. In 2 periodes, vanaf
1730, werd de brug versierd met heiligenbeelden en andere historisch
belangrijke figuren. Ook de brug werd tijdens het bombardement in oorlogstijd
vernietigd en na het conflict gerestaureerd. Sinds 1992 is de brug uitsluitend
voor voetgangers toegankelijk. Hier stonden op de brug veel mensen een glas wijn te drinken.
Je had een wijnhuis aan het begin van de brug. Er waren wel enkele regels
indien je op de brug het glas wijn met vrienden dronk. Je moest je glas steeds
vasthouden en je mocht het niet op de rand van de brug plaatsen. Je moest je
glas steeds terugbrengen naar de zaak. Zo liep er hier een brugwachter rond om
te controleren of iedereen zich aan de regels hield.
Ik ga vervolgens nog naar de andere kant van de rivier Main.
Je kan hier het machtige fort Marienburg zien. Het diende bijna vijf eeuwen als
huis van de plaatselijke prins-bisschoppen. Het is al sinds de oudheid een
fort. De meeste van de huidige structuren werden oorspronkelijk gebouwd in
renaissance- en barokstijlen tussen de 16de en 18de eeuw. Tegenwoordig herbergt
het twee musea.
Ik keer vervolgens terug naar het hotel na mijn verkenning
van Würzburg. Het is een mooie stad waar je veel kan ontdekken. Op mijn
terugtocht heb ik nog een originele en leuke fontein gezien op de Sternplatz. Het
is een stervormige lage fontein met mythische figuren die water uitspuwen.
Ik trek de volgende dag naar het charmante historische stadje
Tauberbischofsheim. De stad ligt aan de rivier de Tauber. Ik wandel direct naar
het marktplein. Onderweg kom ik het Lieblerhuis tegen. Dit is een van de
mooiste vakwerkhuizen in de oude stadskern van Tauberbischofsheim. De gevel is mooi
gedecoreerd met versieringen die libellen en waterkevers voorstellen. Op het
marktplein is het meest opvallende gebouw het neogotische
stadhuis, dat gebouwd is tussen 1865 en 1867. Op de gevel is
een klokkenspel aangebracht. Het neogotische stadhuis is omgeven door
verschillende vakwerkhuizen. Tegenover het stadhuis op het marktplein zie ik de
Lioba kerk. Dit was de kloosterkerk van het Franciscaner klooster, opgedragen aan
St. Lioba, een 8ste -eeuwse Angelsaksische
benedictijnse non. De kerk was in gebruik tot 1823. De gemeentelijke diensten
bevinden zich nu in het voormalige Franciscaner klooster. Naast deze
kloosterkerk kan je een ander opvallend gebouw zien. Dit is het huis Mackert, een briljant
gebouw in roze en wit. Het werd in 1744 gebouwd als het barokke paleis
van een wijnhandelaar met de naam Bögner. Boven de toegangsdeur kan je vijf verschillende
heiligenbeelden zien.
Ik wandel verder door de stad en kom de Sint-Maartenskerk
tegen, die werd gebouwd van 1910 tot 1914 in neogotische stijl. Naast de kerk
kan je de Rooms-katholieke Sebastianuskapel zien. Het werd in 1474
gebouwd als een dubbele kapel met twee boven elkaar geplaatste kapellen en deed
vroeger dienst als begraafplaatskapel. Een beetje verder kom ik de Petruskapel tegen. Dit is het oudste
heilige gebouw van de stad. De Petruskapel is een cultureel
erfgoed met een bijzondere regionale betekenis. De kapel dateert uit de Romaanse
periode rond 1180.Tegenwoordig wordt de kapel beschouwd als een cultureel
monument. Er zijn nog veel grafstenen van de oude begraafplaats die je kan zien
buiten tegen de kapel.
Een ander mooi plekje dat ik in de stad kan vinden is waar de
Türmerstoren (Türmersturm) en het Kurmainzisches Schloss Tauberbischofsheim staat.
Ook kan ik hier de Tilman Riemenschneider fontein zien. De fontein is omgeven
met andere standbeelden. Tilman Riemenschneider was een wereldvermaarde
houtsnijkunstenaar. De Türmerstoren werd in de 13de eeuw gebouwd
als donjon in een middeleeuws stadskasteel en werd gebruikt om de omgeving te
bewaken. Toen in de 16de eeuw de stadsburcht Tauberbischofsheim
door de keurvorstelijke burcht Mainz werd vervangen, bleef van de voormalige
burcht alleen deze donjon bewaard. Aan het begin van de moderne tijd werden de
middeleeuwse stadsversterkingen steeds meer verwijderd. Een beetje verder
kan ik nog overblijfselen vinden van de oude stadsomwalling.
Nadien vertrek ik naar Bad Mergentheim, een ander charmant
stadje op de Romantische strasse. Het stadje Bad Mergentheim is gelegen in de
Tauber vallei. Ik wandel via het Schlosspark of kasteelpark, aan de rand van de
stad, naar het centrum van Bad Mergentheim. Het eerste belangrijke gebouw dat ik
tegenkom is de Residenzschloss Bad Mergentheim of het Mergentheimpaleis.
Het paleis
was eerst een kasteel, gebouwd in de vroege middeleeuwen. Het kasteel werd in
1527 de residentie van de Grootmeester van de Duitse Orde en bleef het
hoofdkwartier van de Orde tot 1809. Het paleis heeft overal een wit gekleurde
gevel. Een ander juweel van de residentie is de kasteelkerk die ik zie. De
ingang van de kasteelkerk is te vinden op de binnenplein van het Mergentheim
paleis. De kasteelkerk in barokstijl heeft geen witte, maar wel een overwegend
gele kleur. In de kasteelkerk werden
destijds katholieke diensten gehouden. In het Mergentheim paleis kan je een
museum gaan bezoeken. Met objecten, kunstwerken en maquettes wordt de 800-jarige
geschiedenis van de Duitse Orde van 1190 tot heden gepresenteerd in de
tentoonstellingsruimte.
Op 5 september 1791 arriveerde de 21 jarige Ludwig
van Beethoven in Mergentheim. Hij speelde altviool in het hof-orkest van
grootmeester Maximilian Franz en tijdens zijn verblijf in Mergentheim had bijna
niemand het vermoeden dat hij ooit één van de beroemdste componisten van
klassieke muziek zou worden. Tegenover het Mergentheimpaleis kan ik het huis
zien waar Ludwig van Beethoven werkte in 1791.
Vervolgens wandel ik naar het oude marktplein. Ik merk de
unieke vakwerkhuizen op aan het marktplein met een weelde aan details die
prachtig zijn om naar te kijken. Je kan hier twee gelijkaardige huizen naast
elkaar zien, die men de “twin houses” of
“tweelinghuizen” noemt. Tussen de twee huizen kan je een toegangsportaal
zien. De twee huizen dateren uit 1780. Achter de huizen zie je vanop het
marktplein de toren van de St. Johanneskerk. Tegenover de tweelinghuizen zie je
op het marktplein het oude stadshuis. Het in 1564 gebouwde stadhuis deed tot
2007 dienst als gemeentehuis van Bad Mergentheim. De Milchlingsbrunnen-fontein
bevindt zich ook op het marktplein van Bad Mergentheim. De figuur van de
fontein toont een ridder leunend op een schild met het wapen van Grootmeester
Wolfgang Schutzbar. De fontein was uiterlijk in 1548 voltooid. Er zijn in de
geschiedenis van Bad Mergentheim geen oorlogsverwoestingen geweest, zelfs niet
in de Tweede Wereldoorlog, waardoor Bad Mergentheim zijn middeleeuwse en barokke
stadsbeeld behouden heeft. Het prachtige marktplein nodigt eigenlijk uit tot
een pauze in één van de vele cafés. Dit doe ik en geniet nog van dit prachtige
oude markplein en zijn gebouwen.
Ik wandel nadien nog een beetje door de stad en kom de St.
Martin kapel tegen nabij de St. Johanneskerk. Ik kom nog andere fonteinen tegen
in de stad, waaronder de Marienbrunnen-fontein nabij het oude stadshuis. Ik verlaat
het stadscentrum en op de terugweg wandel ik terug in het kasteelpark nabij de
stad. Ik wandel vervolgens over de rivier de Tauber en ik kom terecht in de
Kuurtuin met een verscheidenheid aan inheemse en exotische bomen. Je kan hier ook
verschillende kunstwerken en standbeelden vinden. Ook zie ik hier mensen met
blote voeten in een bad zitten. Ik kan in de tuin een borstbeeld zien van Sebastian Anton
Kneipp (1821 - 1897). Het was
een Beiers katholieke priester en één van de grondleggers van
de natuurgeneeskunde. Hij is vooral bekend om de door
hem ontwikkelde "Kneippkuur": een vorm van hydrotherapie, die op verschillende manieren gebruikmaakt van water, temperatuur en druk. Sinds 1926 mag de stad dan ook het predicaat “Bad” voor
haar naam dragen, wat aangeeft dat de stad officieel erkend is als kuuroord.
Ik vertrek nu met de wagen naar Rothenburg ob der Tauber. Ik
begin direct met de verkenning van de stad. De stad is nog steeds helemaal in
de middeleeuwse stijl gebouwd en is een toeristische trekpleister geworden. Ik
zie onmiddellijk de stadsomwalling en ga de stad binnen via de toegangspoort
“Gallows Gate” of Galgenpoort. Deze poort is gebouwd in 1388. Hij ligt op 438 meter boven zeeniveau op het hoogste punt van de
stad. Vanwege zijn speciale geografische ligging is de Galgenpoort in de
geschiedenis het meest blootgesteld aan aanvallen.
Binnen in de stad kom ik een andere toren tegen. Dit is de Weisser turm of Witte
toren. Toen Rothenburg in 1172 stadsrechten kreeg begon men met de
bouw van de kleine, binnenste stadsmuur. Onder andere
de Markusturm en de Weisser turm zijn hier
onderdeel van. De buitenste stadsmuur met een totale lengte van bijna 3,5
kilometer werd aangelegd aan het einde van de 14de eeuw. Nabij de Weisser turm kan ik
een verkeersbord zien dat het verboden is de stad binnen te komen met paard en
kar. Ik ben uiteraard geen paard met kar tegengekomen in de stad, maar de auto
daarentegen wel. Nu ja de auto heeft het paard met kar verdreven uit de
binnenstad.
Nabij de Weisser turm kan ik de Seelbrunnen vinden. Je ziet een stenen wasbak en de fonteinzuil met erbovenop het
beeld van de Griekse godin Minerva. Deze is ontstaan kort na 1600. Ze
houdt het stadswapen en een spiegel in haar handen. Met de spiegel kon ze in de
ziel van mensen kijken. Ze werd in de middeleeuwen de beschermgodin van de stad
genoemd.
Ik trek verder door de stad en kan een tamelijk grote kerk zien. Dit is
de St Jakobskirche en is de belangrijkste kerk in Rothenburg ob der Tauber. Het duurde
170 jaar om de kerk te bouwen en werd uiteindelijk voltooid in 1485. De bouw
werd gestart door de Teutoonse Ridderorde, maar werd later overgenomen door het
stadsbestuur, dat de kerk uiteindelijk in 1672 van de ridders kocht. Een aantal
opvallende kenmerken van de kerk zijn de prachtige gebrandschilderde ramen.
Deze imposante gotische kerk heeft twee torens. Een levensgrote figuur van de
apostel Jacobus staat voor de kerk en geeft het bijzondere belang van deze kerk
voor pelgrims aan. Aan de achterkant van de kerk kan ik nog verschillende
prachtige sculpturen zien.
Ik wandel verder en kom terecht op de Marktplatz of
het marktplein. Koning Conrad III van Huis Hohenstaufen bouwde in 1142
hier in Rothenburg zijn koninklijk kasteel. Al snel daarna groeide er een dorp
omheen en begonnen handelaren hun waren te verkopen. De Marktplatz of het
marktplein was geboren. Rothenburg kreeg in 1172 officiële marktrechten
en dit hoofdplein werd het kloppende hart van de handel in de stad en een
belangrijke sociale plaats voor de inwoners van de stad. Tot
op de dag van vandaag blijft het een belangrijke ontmoetingsplaats. Het hele
jaar door vinden hier tal van evenementen en festivals plaats.
Op het marktplein kan ik het indrukwekkende stadhuis zien.
Het gotische stadhuis dateert uit 1250, hoewel
het in 1501 gedeeltelijk is teloor gegaan bij een brand. De nieuwe voorgevel
werd gebouwd in renaissancestijl, voltooid in 1572. Momenteel zie je dat er
renovatiewerken zijn aan het stadhuis. Een ander opvallend gebouw is de
Ratstrinkstube of Raadsdrinkhal dat nabij het stadhuis staat op het marktplein.
Het is gebouwd voor 1446 en het was oorspronkelijk een exclusieve herberg voor de leden van de gemeenteraad. In
1638 is er op de gevel een klok toegevoegd. Je ziet op de gevel ook nog
een kalenderdatumklok en een zonnewijzer. Deze zijn toegevoegd
in 1768.
Op het marktplein zie je ook de fontein van Sint Joris. Deze fontein ligt boven
een put die 8 meter diep is. Water was hier ooit moeilijk bereikbaar. Hoewel de
stad aan de oever van de Tauber ligt, ligt ze op een rotsachtige heuvelrug. In
1418 werd er een ondergronds watersysteem aangelegd om de 40 openbare
waterputten in geval van droogte of belegering met buitenwater gevuld te
houden. In 1446 werd er een vrijlopende fontein over de put geplaatst en in
1608 werd de zuil bedekt met een figuur van Sint Joris te paard die een draak doodde.
Achter de fontein bevindt zich het rood-witte vakwerkgebouw
dat bekend staat als het Fleisch und Tanzhaus (Vlees-
en Danshuis). Dit werd in 1270 gebouwd op de fundamenten van een gebouw dat
oorspronkelijk dienst deed als Koninklijk Hof. Dat gebouw brandde in 1240 af.
Direct naast dit gebouw staat er nog een prachtig vakwerkgebouw, waar er nu
momenteel een apotheek is. Het gebouw dateert
uit 1488 en is gebouwd op de plaats van een originele burgemeesterswoning in
1172.
Een beetje verder kan ik een opvallend rode bus zien met op
het dak veel ingepakte geschenken. Het is de nostalgische geschenkexpress van
Käthe Wohlfahrt. De bus staat voor de winkel waar je de grootste collectie
traditionele Duitse kerstdecoraties ter wereld kan vinden. Alles wat bij een
traditioneel kerstfeest hoort is te vinden op de ongeveer 1000 vierkante meter
winkelruimte. Een beetje gek eigenlijk om midden in de zomer in de kerstsfeer
gedompeld te worden.
Ik kom vervolgens terecht op de oude veemarkt. Hier kan ik de
Hernbrunnen fontein zien. De fontein werd hier in 1595 geplaatst en de
renaissancezuil werd in 1615 toegevoegd. De fontein werd in 1722 opnieuw
gemodelleerd met het beeld van de zeemeermin. Hier kan ik ook de
Franciscaanse kerk (of Franziscanerkirche) zien. Vroeger was het een klooster
en werd in 1281 gesticht. Tegenwoordig is de kerk een evangelisch-lutherse
parochiekerk.
Ik bereik nu de Burgturm of wachttoren en de Stadttor of
burchtpoort. Het was hier dat Conrad III van Duitsland in 1142 zijn koninklijke
kasteel bouwde. Het was dit kasteel dat leidde tot de ontwikkeling van
de stad en het zijn naam gaf (letterlijk 'Rode Kasteel over de Tauber'). De
Stadttor of burchtpoort werd in 1460 voltooid en verbond het burchtterrein met
het marktplein. Als je doorloopt, kom je bij de Burgtor, de oorspronkelijke
ingang van de burcht, en kom je binnen in wat vroeger het ommuurde boerenerf
was, dat door een brug met de burcht is verbonden. In 1356 zou de burcht door
een aardbeving zijn verwoest, nadat het al enige tijd gedeeltelijk was
afgebrand en leeg stond. De stenen van het vervallen bouwwerk werden
geplunderd en gebruikt om de groeiende vestingwerken van de stad te repareren
en te verstevigen.
Ik wandel vervolgens naar de prachtige barokke kasteeltuin. Dit was vroeger de belangrijkste
binnenplaats van de vesting. De kasteeltuin is eigenlijk een prachtige
plek om te ontspannen en te genieten van het uitzicht over het Tauberdal.
Ik wandel vanaf de kasteeltuin langs de stadsomwalling naar
de St. Wolfgang kerk en de Klingentor toegangspoort. De St. Wolfgang kerk is
een laatgotische vestingkerk die is gebouwd als een integraal onderdeel van de
stadsverdediging. De kerk werd tussen 1475 en 1493 gebouwd door het broederschap van
herders en staat daarom ook bekend als de herderskerk. Het maakt deel
uit van de Klingen Bastion in de noordwestelijke hoek van de middeleeuwse
stad. Een weg, die nog steeds door auto's wordt gebruikt, loopt onder een
deel van de kerk door en vervolgens door de Klingentor toegangspoort naar de
oude stad.
Het is mogelijk om vanaf hier te wandelen op de eeuwenoude
stenen stadsomwalling. Vanop deze plek kan ik met een trap naar boven gaan op
de stadsomwalling. Vervolgens kan je op een hoogte van 10 meter langs de
binnenkant van de stadsmuur lopen. Als bescherming is er op de stadsomwalling
een houten reling voorzien. Vanaf deze plek heb je een mooi uitzicht over het
middeleeuwse deel van de stad, maar kun je door de kijkgaten ook naar buiten
kijken. Deze ommuring is gebouwd in de veertiende eeuw. In de Tweede
Wereldoorlog zijn de stadsmuren deels vernield. Dankzij donaties vanuit de hele
wereld zijn de stadsmuren weer herbouwd en hersteld. De gulle gevers zijn
bedankt door middel van plaquettes met hun naam en woonplaats erop. Je kan zien
dat deze in de huidige stadsmuur zijn verwerkt. Ik wandel op de stadsomwalling
tot de Kobolzeller toren en passeer tijdens de wandeling verschillende
wachttorens en stadspoorten. Aan stadspoorten is er geen gebrek in Rothenburg
ob der Tauber. Tijdens deze wandeling snuif je de middeleeuwse sfeer op in de
straten.
Ik kom terecht op het Plönplein. Dit is het meest
gefotografeerde plekje in Rothenburg ob der Tauber. Het hoogteverschil in de
straatjes, het gele vakwerkhuis met fontein ervoor en de twee torens
Siebersturm en Kobolzeller Turm op de achtergrond. Het is moeilijk om dit niet
charmant en fotogeniek te vinden. Ik merk dat het gele vakwerkhuis een beetje
scheef staat en in het centrum van het Plönplein staat. Vertaald betekend de
term Plönplein “klein plein bij de fontein”. Vanaf het Plönplein kan je de
mooiste historische woongebouwen in de oude stad verkennen.
Ik wandel verder en bereik de Markusturm. De mooie
vakwerkhuizen, de Röderbogen van de Markusturm vormen hier ook een mooi plekje
in de stad. De poort en de smalle klokkentoren werden gebouwd in de 12de
eeuw als een deel van de eerste stadsmuur. Het gele huisje voor de boog was het
voormalige tolhuis. Tegenwoordig vind je hier één van de beste hotels van de
stad: Romantik Hotel Markusturm. Direct achter de poort is de Markusturm
gevestigd. Deze werd in 1204 gebouwd voor extra bescherming en was één van de
vier originele wachttorens. Door de eeuwen heen breidde de stadsmuur verder uit
en telde Rothenburg ob der Tauber maar liefst 70 torens. Het Büttelhaus aan de
voet van de toren, werd in 1250 gebouwd en diende als geïmproviseerde
gevangenis. In 1510 werd het gebouw aangepast en werd het een echte gevangenis
die tot de 18de eeuw gebruikt werd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog
werd het gebouw ernstig beschadigd. Tegenwoordig vind je hier het Rothenburg
Stadsarchief.
Ik wandel verder en kom aan bij de historische Rödertor. Dit
is eigenlijk wel een mooie toegangspoort die dateert uit 1649. De Rödertor is
zo laag mogelijk gebouwd om de poort bestand te maken tegen het vlakke
terrein. Het is ontworpen in een harmonieuze ronde boog.
Ik beëindig de avond op het marktplein en ga nog genieten op
een terras van een lekker fris biertje en een wienerschnitzel met frieten.
Ondertussen wordt het markplein opgevrolijkt door muzikanten. Na het eten keer
ik terug naar het hotel.
De volgende dag zet ik mijn tocht langs de Romantische
strasse verder en kom aan in de stad Dinkelsbühl. Ook deze stad is bijna geheel
omsloten door een oude verdedigingsmuur met bijbehorende torens en
stadspoorten. De muur heeft ongeveer een lengte van 2,5 km en een hoogte van 5
tot 6 meter. Ik kom de stad binnen via de Segringer stadspoort. Deze poorttoren
bestond al in 1384 en werd in 1655 herbouwd in barokstijl en het kreeg toen
zijn huidige barokke koepel.
In het centrum van de stad kom ik de kathedraal St. George
tegen, dat omgeven wordt door imposante vakwerkhuizen. Deze is één van de
mooiste laatgotische hallenkerken van het hele land. De kathedraal is gebouwd
tussen 1448 en 1499. Deze kathedraal is indrukwekkend hoog en eenvoudig en
heeft een Romaanse toren. Nabij de kerk kan ik nog een standbeeld zien van
Christophe von Schmid. Hij is geboren in Dinkelbühl en hij was een priester,
schrijver en dichter van hymnen.
Ik wandel in de richting van de toegangspoort Rothenburg
Tor. Nabij deze toegangspoort kom ik de ziekenhuis kerk van de Heilige Geest
tegen. De hospitaalkerk van de Heilige Geest maakt deel uit van het
ziekenhuiscomplex. Rond 1280 bouwde de hospitaalorde een
hospitaalkerkzaal "Heilige Maagd Maria en Heilige Geest" voor zieken,
armen en pelgrims. Reeds in 1310 vond er een uitbreiding
plaats. Vanaf de straat zie je een gebouw met een gele gevel en is alleen
de toren uit 1456 zichtbaar.
De Rothenburg poorttoren kwam er in 1390 en is versierd met
een trapgevel. Op de tweede verdieping bevinden zich de voormalige
gevangeniskamers en een martelkamer. De volgende toren die ik tegenkom
is de Wörnitztoren. Deze is de oudste van de vier stadspoorten. Aan het einde
van de 14de eeuw werd de toren verhoogd. De renaissancegevel
met klokkentoren dateert uit de 16de eeuw. Aan de buitenkant,
zoals op alle vier de stadspoorten, staat het wapen van de keizerlijke stad
Dinkelsbühl. Ernaast staat de keizerlijke adelaar als teken van keizerlijke
directheid.
Nabij deze poort kan ik de leeuwenfontein zien. Je kan een
fonteinzuil zien met een acanthusbladig Korinthisch kapiteel uit 1557 en het
ondersteund een rechtop zittende leeuw. Hij lijkt luid te gaan brullen en in
zijn poten houdt hij een schild met een tweekoppige arend vast. De adelaar
houdt op zijn beurt het stadswapen van Dinkelsbühl (drie gespelde oren) in zijn
klauwen. Vroeger voorzagen openbare putten de mensen elke dag van het water dat
ze nodig hadden. Helaas zijn met de aanleg van het drinkwaternet en de riolering
veel van de simpele fonteintjes in de stad verdwenen. Echter de leeuwenfontein
heeft het wel overleefd. Deze fontein stond oorspronkelijk op het marktplein
voor het portaal van de St. George kathedraal. In 1866 werd de
leeuwenfontein verplaatst naar de huidige locatie.
Ik kom de Sint-Pauluskerk tegen en dit is een protestantse
kerk. Op deze plaats stond vroeger de kloosterkerk van de Karmelieten. Deze
werd in 1839 gesloopt om plaats te maken voor de protestantse kerk. Deze kerk
werd gebouwd in Byzantijnse stijl. Enkel de zuidbeukmuur is nog afkomstig van
de kloosterkerk. In de zomer van 1843 werd het interieur van de kerk voltooid.
Ik bereik nu de Nördlingen toegangspoort. Deze werd gebouwd
rond 1400. Je kan zien dat de trapgevel versierd is met schelpvormen uit de 16de
eeuw. Vervolgens wandel ik nog buiten de stadsmuur in een groene zone en
passeer nog de Bauerlin wachttoren. Opvallend aan de toren is de
vakwerkverdieping en het steile schilddak uit de 16de eeuw. De toren
is vernoemd naar de torenwachten Hans Bauerlin. Je kan zien dat de stad ligt
aan de oevers van de rivier Wörnitz. Eigenlijk is Dinkelsbühl een mooie oude
stad die zijn middeleeuwse flair heeft behouden.
Ik verlaat Dinkelsbühl en rij naar de stad Nördlingen. Ik ga
via de Berger stadspoort de stad binnen en ga naar het oude stadsgedeelte van
Nördlingen. De
huidige Berger stadspoort werd gebouwd in 1362, maar de poorttoren moest in
1435-1436 worden herbouwd omdat deze niet meer voldeed aan de
verdedigingseisen. De stadsmuur uit 1327 is in zijn totaliteit bewaard
gebleven. Deze heeft vijf poorten met torens, elf torens en twee bastions. Ook
de omgang is bewaard gebleven en kan men bewandelen.
Zo’n 15 miljoen jaar geleden sloeg een meteoriet in de aarde
op de plek waar nu Nördlingen ligt. Deze Duitse stad is gebouwd in de ontstane
Rieskrater. Nördlingen is de enige stad in Duitsland met een nog intacte
stadsmuur uit de Middeleeuwen. De gehele oude binnenstad van Nördlingen staat
vol met liefdevol gerenoveerde schitterende huizen uit de middeleeuwen en de
renaissance.
Op weg naar het centrum van de stad kan ik reeds de 90 meter
hoge toren Daniel zien van de Saint George kerk. Deze laatgotische toren (15de
eeuw) werd in de 16de eeuw voorzien van een koperen helmspits in
renaissancestijl (1538-1539). Het ontwerp van de kerk dateert uit 1427. Het
bouwen begon in 1444 en duurde, onder negen verschillende bouwmeesters, tot
1508. Het is de belangrijkste protestantse kerk in de stad. Het is
gebouwd in gotische stijl, terwijl je binnen elementen van de barok
aantreft.
Op het marktplein van Nördlingen zie je veel statige
herenhuizen. Hier staan verschillende gebouwen die vele eeuwen oud zijn,
waaronder het raadhuis dat stamt uit de 13de eeuw. Het gebouwde
raadhuis is voor het belangrijkste deel gotisch. De grote bordestrap,
toegevoegd in 1618, is in renaissancestijl.
In de directe omgeving van de Saint George kerk kan ik de
Kriegerbrunnen of de Krijgerfontein zien. Het is wel een geweldige fontein.
Deze fontein werd gebouwd ter nagedachtenis aan de Frans-Pruisische oorlog op de plaats
van een voormalige zogenaamde Joodse fontein. Je kan een adelaar zien op de top
van de fontein, water spuwende bustes van boeren en afbeeldingen van de veldslagen
van de Duits-Franse oorlog.
Ik kom hier in de stad het restaurant Klösterle tegen met
een prachtig versierd toegangsportaal. Het gebouw was vroeger een
franciscanenkerk. De voormalige kerk werd omstreeks 1420 tijdens de Reformatie
als graanpakhuis in gebruik genomen. Bij deze gelegenheid werd het gebouw met
de hoge gevel voorzien van een fraai portaal. Voor het portaal kan ik de bijzondere
Dr. Oetkerfontein zien. Ik kan een hoge metalen omgekeerde trechter zien
waaruit water stroomt. Verder zie ik cakevormen en een taarten bakvorm rond het
bovenste gedeelte van de trechter.
Ik zet mijn tocht verder en kom aan bij een gebouw met rode
gevel. Op de gevel staat er een mooie klok geschilderd. Dit gebouw is de Alte
Kornschranne of oude graanschuur. Dit was vroeger een opslagplaats van graan,
maar was ook een plaats voor graanhandel. Het bestaande gebouw van de oude
graanschuur werd gebouwd tussen 1601 en 1602. De graanhandel die in het gebouw
gebeurde stopte in 1937. Momenteel doet het gebouw dienst als markthal,
restaurant en een evenementenruimte voor tentoonstellingen en concerten.
Op het plein voor dit gebouw kan ik een moderne fontein zien
met 2 boeren. De ene boer heeft een gans onder de arm en de andere een varken.
Dit staat symbool voor de veehandel die hier op dit plein vroeger werd
bedreven.
Ik ben nog naar de Deininger toegangspoort geweest. De
Deininger toegangspoort werd zwaar beschadigd tijdens het beleg van de stad in
1634. Hier stormden de aanvallers de toren binnen, waardoor de verdedigers
van Nördlingen geen andere keus hadden dan de toren in brand te steken om zo de
vijand af te weren. De Deininger toegangspoort werd in 1516 - 1517 vervangen
door een nieuw gebouw in zijn huidige vorm. In het huidige bouwwerk kan je
bovenaan twaalf boogramen zien en een gebogen dakkap.
Na dit bezoek vertrek ik uit Nördlingen en rij naar de stad
Donauwörth. Dit is de laatste stad die ik ga bezoeken langs de Romantische
strasse. Ik bereik de belangrijkste straat die door het centrum van de stad
loopt. Dit is de Reichsstrasse en er staan heel wat prachtige kleurrijke patriciërshuizen die allen netjes zijn onderhouden. In de straat kan
je veel winkels en eethuisjes vinden. Het drukke verkeer in de straat neemt een
beetje de schoonheid weg. Ik kom eerst het Fuggerhaus tegen uit 1537, een
gebouw uit de renaissance. Opvallend zijn de hoge gekanteelde gevels bovenaan
het gebouw. Tegenwoordig is dit het bestuursgebouw van het district.
Ik wandel verder in de straat en kom de Reichsstadt fontein
tegen. Bovenaan op de fontein kan ik een arend zien. Aan de overkant van de
straat zie ik de Onze-Lieve-Vrouwe munsterkerk. Het is een katholieke parochiekerk.
De kerk is
een massief bakstenen gebouw, grotendeels gepleisterd, met steunberen en
gewelfde portieken. De bouw van de huidige driebeukige laatgotische hallenkerk
begon in 1444. In 1467, na 23 jaar bouwen, werd de kerk ingewijd. De toren van
de kerk is 57 meter hoog.
Op het einde van de straat kan ik nog het neogotische
raadhuis zien uit 1236. Het gebouw heeft een mooie toegang met trap en boven de
toegangsdeur zie je het wapenschild van de stad met dubbele arend, dat dateert
uit 1530.
Ik wandel verder en kom aan bij de rivier de Donau. Donauwörth had sinds de 16de
eeuw een ontwikkelde haven aan de Donau, die later uitgroeide tot het
eindpunt van Donau-stoomschepen. Aan het begin van de 20ste
eeuw eindigde deze haventraditie en de faciliteiten raakten in
verval. Overblijfselen van oude zwenkkranen, origineel gips, trappen en
kunstvoorwerpen werden gedeeltelijk begraven door overstromingen. Op deze
historische plek zie je nu een aantrekkelijke promenade die langs de “Alter
Donauhafen” of oude Donauhaven werd aangelegd. Hier neem ik een pauze en terwijl ik
op een bank zit geniet ik van het kabelende water van de Donau.
Ik ga ook nog naar de Heilige Kruis kerk gaan kijken. Dit was vroeger een benedictijnenabdij. Het aan het Heilig Kruis gewijde klooster werd rond 1040 gesticht als benedictijnenklooster. Sinds 1935 vestigden de missionarissen van het Heilig Hart van Jezus uit Salzburg zich in de kamers van het Heilig Kruis-klooster en is er daar dan ook weer een katholiek religieus leven.