Na mijn
aankomst in het hotel trek ik de stad in om hem te verkennen. In de stad aan de
Willy-Brandt-Platz kan ik naast het voetpad een groene plek zien. Op dit
driehoekig gazon kan je nu zes stalen koeien en een os zien grazen. De stalen
constructie werd beschilderd zodat je er een koe in kan herkennen. Hiermee werd
met dit kunstwerk het plein verfraaid.
De eerste
kerk die ik in Ulm tegenkom is de Sint-Joris kerk (of Saint George kirche), die
gebouwd is in 1904. Ze ligt ten zuiden van de oude begraafplaats. De
katholieke kerk, die vroeger een garnizoenskerk was, is ontworpen in
laatgotische stijl. Het interieur wordt gedomineerd door het ruime middenschip
met kleurrijke schilderingen en laatgotische voorbeelden van nagemaakte altaar
figuren.
Ik trek nu de binnenstad in en kom in het middelpunt van de stad
de imposante Ulmer Munsterkerk tegen. Deze kerk heeft een gotische
architectuur. Het heeft ook de hoogste kerktoren ter wereld met bijna 162 meter
hoogte. Niet
alleen de toren, ook het kerkgebouw zelf heeft zeer grote afmetingen: een
lengte van bijna 124 meter, een breedte van bijna 50 meter en een oppervlakte
van ongeveer 8260 vierkante meter. Je merkt dat er nu naast de kerk veel
stellingen staan, die nodig zijn voor de renovatie van de kerk. Men is met de
bouw van de kerk in 1377 begonnen. In de navolgende 150 jaar hebben vele bouwmeesters aan de
kerk gewerkt. In 1405 werd de kerk al gewijd en in 1530 was het een
protestantse kerk. In de 19de eeuw kwam er een periode van welvaart
en werden de bouwplannen weer groots opgepakt. Het bouwplan voor de torenspits
is nog aangepast toen bleek dat de dom van Keulen 157 m hoog werd. In 1890
was de bouw voltooid in de huidige vorm. In de Tweede Wereldoorlog heeft de
kerk relatief weinig schade opgelopen. Deze kerk is nooit een kathedraal
geworden.
Ik bereik
het Munsterplein voor de Ulmer Munsterkerk. Ik neem de tijd om te genieten van
de vele sculpturen rond het hoofdportaal. Hier wordt het Bijbelse
scheppingsverhaal uitgebeeld. Op het plein kan ik ook nog de leeuwenfontein
zien. Bovenop een zuil zie ik 2 leeuwen
rug aan rug en beide leeuwen hielden een wapenschild vast. Ik merk ook in de
volledige lengte van de kerk dat er naast de kerk veel pop-up bars zijn waar je
kan genieten van een glas wijn.
Ik merk aan
de achterkant van de kerk een klein gebouw op dat de Sint Valentijnskapel is.
Dit is een Russisch-orthodoxe kapel van de heilige martelaren Valentijn en
Pasikratus in laat- en neogotische stijl. Achter de kerk kan ik op een klein
plein de Sint George fontein zien. De fontein ontstond in de 15de
eeuw voor de afgebroken Sint-Georgekapel. Het bassin is gemaakt van ijzer en de
zuil in het midden is gemaakt van steen. Bovenop de zuil staat het standbeeld
van St. George in ridderkledij met een lans in de hand. Het beeld werd gemaakt
in 1580.
Ik bereik
het stadhuis van Ulm. Dit is echt een architectonisch meesterwerk uit de vroege
renaissance. Ik zie een prachtig beschilderd gebouw met teksten erop. De
muurschilderingen die op het gebouw waren geschilderd, zagen er bijna nieuw
uit, hoewel het een heel oud gebouw is. Het oudste deel van
het hedendaagse stadhuis is het zuidoostelijke hoofdgebouw dat werd
gebouwd in 1370 als een nieuw warenhuis. In 1419 werd het gebouw voor
het eerst omschreven als stadhuis. In de loop van de 15de eeuw
kregen de ramen in de raadzaal het bekende gotische uiterlijk. De
schilderingen op de gevel toont voorstellingen van deugden, ondeugden en vervloekingen.
De rijk versierde klok is net zo indrukwekkend en werd in 1520
geïnstalleerd in het stadhuis. De
huidige schilderingen dateren uit 1900, toen de grotendeels
vernietigde schilderingen gerestaureerd werden. De binnenkant van
het stadhuis brandde in 1944 voor het grootste deel af. De gehele begane
grond en de eerste verdieping van de zuidelijke vleugel in het stadhuis
van Ulm bleef onbeschadigd. Dit gebouw is een streling voor het oog, echt
prachtig.
Nabij het stadhuis van Ulm kan ik de Fishkastenfontein zien. Het
is de oudste fontein in de stad uit 1482. Deze fontein werd vroeger gebruikt op
marktdagen om de vis vers te houden. De pilaar in het midden van de fontein is
prachtig versierd. Op de pilaar in het midden kan je 4 bewakers zien.
Nabij het stadhuis kan ik nog de openbare bibliotheek zien.
Opmerkelijk is de piramidevorm van het gebouw en het is overwegend een glazen
constructie.
Een beetje verder kom ik op een plein waar ik het Schwörhaus kan
zien. Het is een keizerlijk stadsgebouw gebouwd aan het begin van de 17de
eeuw in renaissancestijl. Daarvoor stond hier vanaf 854 het koninklijk paleis
van Ulm. Vroeger werden de bovenverdiepingen gebruikt als graanschuren en de
kamers op de begane grond als wapen opslagplaats, later als wijn opslagplaats.
Vanwege de wijnmarkt hier op het plein was het van de 14de tot de 19de
eeuw een belangrijk handelscentrum. Aan de voorkant van het gebouw kan je een
balkon zien. Elk jaar in juli, op de zogenaamde Eedmaandag (Schwörmontag), zal
de burgemeester volgens de traditie elk jaar terug een eedaflegging doen vanaf
het balkon van het statige renaissancegebouw. De eedaflegging is eigenlijk een
herhaling van de ambtseed van de gekozen burgemeester. De burgemeester zweert
dan een gewone man te zijn voor rijk en arm in alle gelijke, gewone en eerlijke
dingen zonder enig voorbehoud. In 1910 liet de stad het balkon vernieuwen en in
1915 kreeg het Schwörhaus historische muurschilderingen. In 1954 werd het
Schwörhaus herbouwd met barokke gevels maar zonder schilderwerk. Tegenwoordig
is er een interessante permanente tentoonstelling in het gebouw over de
geschiedenis van de voormalige vrije keizerlijke stad Ulm.
Op het plein nabij het Schwörhaus kan ik de Christophorus fontein
(of Christofsbrunnen) zien. Je kan een stenen bassin zien met in het midden een
zuil. Bovenop de zuil kan je een laatgotische figuur van Christophorus zien.
Het is gemaakt door de Duitse beeldhouwer Jörg Syrlin de Oude uit Ulm.
Nadien ga ik via een brug over de Donau en trek naar het nieuwe
stadsgedeelte van Ulm. Daar kom ik eerst de Petrus kerk en het Edwin Scharff
museum tegen. De Petrus kerk is een protestantse stadskerk in Nieuw-Ulm. Het is
vroeger ontworpen in neogotische stijl. De eerste steen werd gelegd in 1863 en
in augustus 1867 vond de wijding van de kerk plaats. In 1967 werden uitgebreide
renovatie- en verbouwingswerken uitgevoerd. Van buiten zie je dat het gebouwd
is met bakstenen en het is voor mij niet zo een indrukwekkende kerk. Het Edwin
Scharff museum is een plek voor kunstliefhebbers. Dit museum ben ik niet gaan
bezoeken.
Een beetje verder zie je de meer opvallende St. Johann Baptist kerk. Deze kerk werd in 1857 gebouwd als garnizoenskerk. Tegenwoordig is het een katholieke parochiekerk. Het ziet er imposant uit met een drievoudig portaal. Opmerkelijk zijn de buitenmuren en de toren van de kerk. De buitenmuren en de toren zijn gemaakt van materiaal van de afgebroken vestingwerken van Ulm, zoals oa kalksteen. In de jaren 1920 werd de kerk uitgebreid en gerenoveerd. Volgens kenners is de St. Johann Baptist kerk één van de belangrijkste kerkgebouwen in expressionistische stijl van de 20ste eeuw. Het is één van de vroegste voorbeelden van moderne kerkarchitectuur. Voor de kerk staat een beeld van de gevleugelde Sint Marcus leeuw op een hoge sokkel, met voor hem het opengeslagen Nieuwe Testament.
Naast de kerk heb je het stadhuisplein en daar kan ik op een hoge
zuil een beeld zien van drie mannen in een boot. Het is een kunstwerk van Edwin
Paul Scharff, gemaakt in 1953. Hij wordt beschouwd als één van de belangrijkste
Duitse beeldhouwers en grafici van de 20ste eeuw. Hij is geboren in
1887 in Nieuw-Ulm.
Daarna keer ik terug naar het oude stadsgedeelte van Ulm en via de
Metzgertoren (of Metzgerturm) bereik ik de oevers van de Donau. Vanaf hier heb
je een goed zicht op de stadsmuur rond de stad Ulm. De Metzgertoren is tot op
vandaag een goed bewaard gebleven stadspoort van de middeleeuwse
stadsversterkingen aan de Donau. De vierkante bakstenen toren met spitsboogpoorten werd rond 1340 gebouwd.
De bovenverdieping wordt afgesloten door een steil schilddak. De toren heeft
een hoogte van ongeveer 36 meter. De toren staat eigenlijk een beetje scheef.
Dit oorzaak hiervan is een verzakking op een drassige ondergrond.
Vervolgens zal ik fietsen langs de Donau vanuit het stadscentrum.
Eerst in noordelijke richting en na een tijdje fietsen keer ik terug en ga nog
een beetje de Donau volgen in zuidelijke richting. Ik merk dat er veel mensen
op een board rechtop peddelen of met een rubberbootje of een roeiboot op het
water zijn. Anderen mensen zitten samen aan het socializen en genieten langs de
oever van de Donau.
Onderweg kom ik ook kunstwerken tegen langs de oever van de Donau.
Zo zie ik verschillende palen dicht bij elkaar met hierop een soort
vlinderachtige metalen constructie. Eigenlijk stellen ze de vleugels voor van
een deltavlieger. Een ander kunstwerk is een reusachtig roestvrij stalen
schaar. Deze staat sinds 2012 langs de stadsmuur van Ulm. Beide kunstwerken
hebben iets te maken met kleermaker, uitvinder en luchtvaartpionier Albrecht
Ludwig Berblinger. Eén van zijn uitvindingen was een zweefvliegtuig dat leek op
een deltavlieger. Het drieënhalve meter hoge kunstwerk van de roestvrij stalen
schaar werd in 2011 gemaakt, precies 200 jaar na Berblingers poging om over de Donau te vliegen.
Kenmerkend voor dit kunstwerk zijn de strakke roestvrijstalen koorden die
rechts en links van de twee gespreide bladen zijn bevestigd en de schaar in
evenwicht houden. Deze spanningen lijken op filigraan vleugels en leggen het
verband tussen het kleermakerssymbool en Berblingers ideeën als pionier van de
vlucht. Je kan hier ook de Berblinger toren zien. Deze toren
werd gebouwd ter ere van Albrecht Ludwig Berblinger. Het is eigenlijk een
wenteltrap en de plaats waar Berlinger zijn sprong maakte en zo als een vogel
over de Donau wou vliegen. Je kan zien dat de toren helt met ongeveer 10
graden. Berblinger ging op een 20 meter hoge sokkel op de stadsmuur staan en
probeerde het zweefvliegtuig op de avond van 30 mei 1811 te demonstreren in
aanwezigheid van de koning, zijn drie zonen en de kroonprins van
Beieren. Helaas is zijn poging mislukt. Hij overleefde het en werd uit de
Donau gered door vissers.
Op een gegeven moment fiets je tussen een spoorlijn en de Donau.
Het is zeker aangenaam om hier langs de Donau te fietsen en te genieten. Ik
merk ook nog het restaurant Bootshaus op dat drijft op een speciaal gebouwd
ponton aan de oever van de Donau. Er worden hier ook exclusieve evenementen en
conferenties gehouden. Door de open architectuur en de ramen van vloer tot
plafond biedt het gebouw zijn gasten een onbelemmerd uitzicht op de Donau en
het omringende vasteland. Van hieruit heb je een mooi uitzicht op het Schwal
oorlogsmonument. Het ligt op het puntje van het kleine eiland Schwal voor de
stad Nieuw-Ulm in de Donau. Het is gemaakt door de bekende beeldhouwer Edwin
Scharff in 1933. Lange tijd was de Schwal in Ulm het centrale vertrekpunt voor
veel migranten.
Na het fietsen langs de Donau ga ik nog via een andere poort in de
stadmuur de stad verder verkennen. Ik ben terechtgekomen in de vroegere visserswijk,
dat zich bevindt in het oudste stadsgedeelte van Ulm. Je ziet hier vooral oude
vakwerkhuizen, eigenzinnige constructies, smalle steegjes, schilderachtige
uitzichten en restaurants. Er zijn hier veel terrassen waar mensen zitten te eten
en te drinken. De vroegere visserswijk wordt doorkruist door de rivier Blau.
Het was de wijk van de zeelieden, leerlooiers en Donauvissers. De rivier Blau
was de levensader van de ambachtslieden die zich daar vestigden. Ik kom hier
“het scheve huis” tegen. Dit 16de -eeuwse scheve huis is één van de
oudste woningen in de stad en wordt tegenwoordig gebruikt als hotel. Het gebouw helt
dramatisch naar het zuiden en het lijkt alsof het elk moment in de rivier kan
vallen. Maar geen zorgen, het huis is versterkt en gestabiliseerd. Felgekleurde
bloemen sieren elk raam van het huis, waardoor dit een nog meer fotogenieke
plek wordt.
Op de terugweg naar het hotel kom ik nog het huis van ontmoetingen (of Haus der begegnung) tegen. Dit is een mooi protestantse kerk in de stad. Hier beleef je spetterende concerten, spannende conferenties en onvergetelijke culturele evenementen. In een park kan ik nog een kleurrijk en een stalen kunstwerk zien. Nabij het park zie ik nog de Ganstoren (of Gänsturm). Deze toren is gebouwd in 1360 en ligt tussen de huizen. Het was één van de vijf middeleeuwse stadspoorten van Ulm die nog goed bewaard is gebleven. Het is een bijna 38 meter hoge toren met een eenvoudig schilddak.