zondag 15 januari 2023

Eifel - Moezel (Noorden)



Welkom in Duitsland, een land waar sprookjes tot leven lijken te komen. Duitsland heeft veel te bieden voor toeristen. Je kan er genieten van de prachtige natuurlandschappen, kronkelende rivieren, beboste bergen en magische wouden, maar ook van gezellige historische stadjes en de verschillende kastelen. In bijna twee weken heb ik een rondreis gedaan in verschillende regio’s in Duitsland, waaronder de Eifelstreek, de Moezelstreek, de Romantische strasse in Beieren, de Bodensee, het Zwarte Woud en Saarland. Zo heeft iedere streek in Duitsland haar charme. Neem alvast een braadworst en een biertje of een Moezelwijntje bij de hand tijdens het lezen van dit reisverslag.

Ik vertrek vroeg met de wagen naar Monschau in de Eifelstreek, niet ver van de grens met Nederland en België. Het ligt in de smalle en diepe vallei van de Rur rivier, die de stad doorkruist. De textielnijverheid in Monschau maakte dankbaar gebruik van het schone water van de Rur. Zo kwam Johann Heinrich Scheibler tijdens de tweede helft van de 18de eeuw naar Monschau en bracht nieuwe technieken aan voor een betere textielproductie. Monschau werd de textielstad en had klanten over de hele wereld. In het historisch centrum van Monschau is al meer dan tweehonderd jaar weinig veranderd en u ziet hier overal om u heen dan ook vakwerkhuizen en mooie gevels.

Monschau was ooit het centrum als het om de productie van lakens gaat. In de 18de eeuw stond de stad bekend om de beste stoffen van het land. Dit kwam omdat er genoeg wol was dankzij inheemse schapen en er turf uit de Hoge Venen was, die als brandstof werd gebruikt voor het verven en drogen van de stoffen. En verder ook dankzij het kalkvrije water van de Rur, dat werd gebruikt voor het wassen en verven van de wol en voor het aandrijven van de vele molens van de fabrikanten in de stad.

In de vroege ochtend wandel ik door het gezellige stadscentrum. Langs de Rur rivier kan ik het Rotes Haus of Rode Huis zien. Het Rotes Haus werd gebouwd met het fortuin dat Johann Heinrich Scheibler verdiende in de tweede helft van de 18de eeuw in de florerende textielproductie van Monschau. Tegenwoordig is in dit bekende gebouw het Stiftung Scheiblermuseum gevestigd waarbij je het oorspronkelijke interieur kan zien en meer te weten kan komen over Scheibler.

Naast het Rode Huis kan je de monumentale Evangelische stadskerk zien en deze ligt ook langs de Rur rivier. De bouw begon in 1787 door de toen uitzonderlijk rijke lutherse lakenmakers. De stadskerk werd gebouwd in de Lodewijk XVI-stijl. In 1789 werd de kerk geopend met een plechtige dienst en werd uiteindelijk voltooid in 1810 na de installatie van twee galerijen en een orgel. Op de gevel van de toren staat een vers uit Psalm 46: “Deus Refugium Nostrum” of "God is onze toevlucht". De deuren van de kerk gingen al vroeg open zodat ik een kijkje heb kunnen nemen binnen in de kerk. Ik zie twee bijzondere kistenkasten aan weerszijden van de kunstig uitgesneden preekstoel. Als bijzonderheid leidt een brug van het marktplein over de Rur direct naar het kerkportaal. Samen met de brug over de Rur en het naburige Rode Huis vormt het een prachtig oud stadsensemble.

Nabij de brug kan ik nog een bronzen standbeeld zien van een man. Het is een beeld van Maassen Paulche (1856 - 1940) die een bekende reizende huis aan huis verkoper was in de omgeving van Monschau. Paulche is afgebeeld, onberispelijk gekleed in een pak, met muts op het hoofd, sjaal om de hals en een wandelstok in de hand. Over zijn schouder hangt zijn tas vol met zijn producten.

Ik wandel nu verder naar het marktplein in Monschau, dat een gezellige aanblik heeft. Langs de Rur kan ik weer een prachtige rij 17de -eeuwse vakwerkhuizen zien. Nu wordt de markt gedomineerd door het terras van een hotel. Ik kan hier de parochiekerk Maria Geboorte (Pfarrkirche St. Maria Geburt). Ze werd van 1649 tot 1650 door de premonstratenzer paters van het voormalige klooster Reichenstein als eerste parochiekerk in de gemeente gebouwd. Het was een onopgesmukt hallengebouw gemaakt van ruw metselwerk van steengroeven.

Het valt mij op dat je op verschillende plaatsen stalen kunstwerken kan zien. Zo kan je 14 stalen sculpturen van kunstenaar Eberhard Foest in de oude binnenstad van Monschau vinden.

Ik ga vervolgens trappen naar omhoog om een goed uitzicht te hebben op de burcht van Monschau. De burcht van Monschau werd gebouwd in het begin van de 13de eeuw bij het ontstaan van de stad. Door heel veel oorlogsgeweld en plunderingen is er niet veel meer origineel. Het werd in de 19de eeuw verkocht, maar de eigenaar liet het dak eraf halen om geen belastingen te moeten betalen. Zo kwam het totaal in verval. Nu is in de gerestaureerde burcht een jeugdherberg ondergebracht.

Tijdens het wandelen kom ik hier een leisteengrot tegen. In het midden van de 19de eeuw ontstond er in de rotsen onder de Monschauer burcht een leisteengroeve voor dakpannen en grote leistenen platen. Daarvoor werd een groeve in de rots gemaakt, maar die kreeg in de herfst en winter van 1944/45 een totaal andere functie. Ze dienden tijdens de gevechten van de Tweede Wereldoorlog als schuilplaats voor de bevolking als bescherming voor bommen en granaten.

Er zijn verschillende musea te vinden in Monschau. Ik kom het Erlebnismuseum Lernort Natur tegen.  Hier wordt een collectie tentoongesteld van dieren, die in het wild leven. Je kan hier ook de Glashütte of glasblazerij en het bijhorende museum bezoeken. Je kan naar een fotografie en filmmuseum gaan. Dit is een particulier museum waar je de ontwikkeling van de fotografie en de film kan bezichtigen. Wil je meer weten over de geschiedenis van het bierbrouwen of kijken hoe bier gebrouwen wordt dan kan je naar het biermuseum Felsenkeller in Monschau.

Na mijn bezoek aan de stad Monschau ga ik op zoek naar de plaats waar de Vennbahn is. Ik ga fietsen vanuit Monschau op het Vennbahn fietspad in de richting van de Hoge Venen in België. Vroeger was er hier een treintraject. Op sommige plaatsen fiets je wel degelijk langs de oude spoorlijn. Het is zeker genieten van de indrukwekkende landschappen langs dit traject. Waar vroeger de stations waren kon je nu een stop maken om te verpozen. Ik fiets tot nabij het viaduct van Weywertz en keer dan terug langs de Vennbahn naar Monschau. Om het dal te overbruggen werd destijds dit 30 meter hoge viaduct met 6 rondbogen aangelegd. Op mijn weg terug zie ik verschillende mensen met een railbike over de sporen fietsen.

Na deze fietstocht verplaats ik mij met de wagen naar een de toegangspoort van het Nationale Park Eifel, die bij de rivier Urft ligt. Het Nationale Park Eifel werd in 2004 opgericht. Diepblauwe meren en rivieren, slingerende beken en uitgestrekte stuwmeren, maar ook bosrijke bergpassen drukken hun stempel op het natuurpark. Het Nationale Park beschermt het beukenwoud, dat tot op heden in het noorden van de Eifel behouden gebleven is, maar dat oorspronkelijk vrijwel de gehele Eifel bedekte. In het Nationale Park Eifel vinden wilde katten, edelherten, zwarte ooievaars, spechten en vele andere dier- en plantensoorten ongestoorde leefgebieden. De mens wordt waarnemer en een stille genieter in dit gebied. Je wordt beloond met de verscheidenheid en schoonheid van een niet gemanipuleerde natuur. Door een netwerk van wandel- en fietspaden kan je dit 110 vierkante kilometer grote gebied gaan verkennen en beleven. Ik volg met de fiets de rivier Urft en dring meer en meer binnen in het Nationale Park Eifel. De Eifel is niet alleen verrassend, maar ook gevarieerd met bossen, beekdalen, hoogvlakten en bosweiden.

Na deze fietstocht in het Nationale Park Eifel trek ik naar Ordensburg Vogelsang. Dit complex is ook gelegen in het Nationale Park Eifel en is een voormalig opleidingskamp van de SS. Nu is het een bekende bezienswaardigheid. De burcht is gebouwd tussen 1934 en 1936 in opdracht van nationaalsocialisten naar een ontwerp van de architect Clemens Klotz. Hier moesten de toekomstige politieke, leidinggevende krachten worden opgeleid. Tot 1939 zijn er o.a. ca vijfhonderd SS’ers opgeleid. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwam het programma hier enigszins stil te liggen en werd het complex in gebruik genomen als kazerne van de Wehrmacht. In 1945 werd Vogelsang bezet door het Amerikaanse leger. Na de Tweede Wereldoorlog werd het terrein gebruikt als oefengebied door Britse en Belgische militairen. In 2006 werd het monumentale complex opengesteld voor het publiek. In september 2016 is kamp Vogelsang grondig verbouwd en gerenoveerd. Er is een groot nieuw bezoekerscentrum met shop gekomen waar alle informatie kan worden verkregen.

Je hebt hier op dit domein wel adembenemende uitzichten en vergezichten over het prachtige kronkelende Urft-meer. Je merkt de dichtbeboste berghellingen en de open graslandschappen op. Je kan hier de verschillende monumentale en indrukwekkende gebouwen van het complex bekijken. Je proeft hier de geschiedenis en de beklemmende sfeer van het “duistere” verleden van het opleidingsinstituut. Deze gebouwen zijn goed verscholen in het Nationale Park Eifel.

Ik daal vele trappen af naar een sportterrein met looppiste. Het door de nationaalsocialisten gepropageerde racistisch-heroïsch mensenideaal verenigde lichamelijke eigenschappen zoals gezondheid, kracht en schoonheid met karakteriële waarden zoals onthechting, gehardheid en onbevreesdheid. Gezien de meeste van de gewenste eigenschappen door sport konden worden getraind, speelde dit in het leerplan van Vogelsang een dominerende rol. Nagenoeg alle gangbare sporttakken werden er beoefend. De sportinfrastructuur maakte een elementair deel uit van de scholingsinrichting. Vanaf 1935 ontstond een sportplein met looppiste, een overdekt zwembad van 25 meter, een tunnel en een schietstand. De sportinfrastructuur is gelegen onder de gebouwen en werd in de loop der jaren met wegen, trappen, opritten, terrassen, pleinen en grasvelden omgeven, waardoor het terrein steeds meer uitbreiding nam richting het meer. Aan de muur in de eretribune, tussen de toegangstrappen zie ik een reliëf uit rode basaltlava. Het toont zeven atleten van verschillende sporttakken (kogelstoten, speerwerpen, discuswerpen, voetbal, estafetteloop, boksen en hamerslingeren). Het reliëf werd door bezettingssoldaten beschoten en is nu sterk beschadigd.

Ik vertrek nu naar mijn hotel in Cochem. Het avond eten in het restaurant was hier lekker. Je kon in dit restaurant kiezen uit een vlees of een vis menu. De specialiteit in dit restaurant was de forel. De Duitse keuken is een keuken die rijk is aan diversiteit. Naast de stereotypen over de consumptie van bier, varkensvlees, kool en aardappelen, ontwikkelt ze een keuken met meerdere ingrediënten, waarbij zoet en hartig wordt gecombineerd. Vlees wordt meestal geserveerd in hartige stukken zoals de beroemde Wiener Schnitsel. Het is een dun gesneden stuk kalfsvlees met goudbruine korst. Vaak wordt een schnitsel met de hakbijl nog wat platter gemaakt. Dit gerecht heb ik in andere restaurants gegeten. De varkensschenkel en gebraden varkensvlees met zuur vormen de basis van veel regionale specialiteiten. Nergens op de wereld wordt er zoveel worst gegeten als in Duitsland. De bekende Duitse 'bratwurst' is een worst die gemaakt wordt van fijngehakt varkensvlees en op smaak gebracht met kruiden zoals knoflook, kruidnagel en majoraan. Een braadworst eet je als tussendoortje, bij je hoofdmaaltijd met bijvoorbeeld zuurkool of tussen een broodje.

De volgende dag vertrek ik naar burcht Eltz in Wiersschem. Vanaf de parking wandel je door een bosrijke omgeving en plots duikt het kasteel op. “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land”. Het antwoord vindt je hier op het “stenen sprookje” burcht Eltz. Het kasteel staat op een 70 meter hoge steile rots, maar ligt tegelijkertijd in een dal. Het gebouw wordt omgeven door het Eltzer bos, een fraai maar kwetsbaar beschermd natuurgebied. De burcht is grotendeels omringd door het water van de rivier Elzbach. Met zijn unieke architectuur en de pittoreske ligging is burcht Eltz voor vele bezoekers het summum van een Duits ridderkasteel. De burcht bestaat uit 8 woontorens die een hoogte hebben tussen de 30 en de 40 meter. Dit bouwwerk wordt gezien als een prototype van de Duitse ridderburcht en ondanks een turbulente geschiedenis is de burcht nooit verwoest tijdens ruzies en oorlogen. Frappant is ook dat de burcht nooit is ingenomen. Er zijn wel verschillende aanvallen geweest maar door de onneembare ligging van de burcht was het onmogelijk deze te veroveren. Het is eigenlijk wel een fotogenieke burcht die veel indruk maakt: sprookjesachtig, mysterieus, imposant en indrukwekkend!

Burg Eltz is ontstaan door de Eltz familie die de burcht steeds bleven uitbreiden. Kasteel Eltz heeft een bouwkundige geschiedenis van meer dan 500 jaar. Sinds meer dan 34 generaties is kasteel Eltz in het bezit van het gelijknamige geslacht. In de 9de eeuw werd het Platt-Eltz al gebouwd als een simpele donjon, maar de bouw van de andere delen begon pas in 1157. In 1268 werd het eigenaarschap van het kasteel na een ruzie binnen de familie verdeeld over 3 delen van de familie, de Kempenich, de Rodendorf en de Rübenach en hun nakomelingen. De 3 verschillende familietakken leefden apart in de burcht, maar toch gemeenschappelijk. Ze namen samen beslissingen over de burcht, zoals oa poorten en waterputten. Ze waren samen verantwoordelijk voor de bouw en onderhoud van het kasteel. Het Rübenach huis werd in 1472 afgewerkt in een laatgotische stijl. Vervolgens werd tussen 1490 en 1540 het Rodendorf huis gebouwd, ook in een laatgotische stijl. De Kempenich huizen werden pas in 1530 opgetrokken. Burg Eltz is dan verdeeld over 3 delen die alle 3 tot een deel van de Eltz familie behoorden. De Kempenich familie kreeg in 1815 de volledige eigenaarschap over het kasteel nadat graaf Hugo Philipp de andere delen van het kasteel opkocht. Een paar decennia later begon graaf Karl zu Eltz met het restaureren van het kasteel van zijn voorouders. Tegenwoordig zijn de delen van de Rübenach en Rodendorf verblijven opengesteld voor het publiek, maar de kamers van de Kempenich familie zijn nog altijd privé, omdat zij nog steeds gebruik maken van deze ruimtes.

Ik verkies eerst om een wandeling te maken in de omgeving van de burcht en volg een pad dat voornamelijk loopt langs de rivier Elzbach. Je heb hier verschillende wandelmogelijkheden in deze uitgestrekte bossen. Na de wandeling ben ik het kasteel gaan bezoeken. Ik heb eerst een bezoek gebracht aan de schatkamer in het kasteel. Deze bevinden zich in de keldergewelven. Je kan hier een grote verzameling van kostbare gouden en zilveren smeedwerken zien, evenals sieraden, porselein ivoor, glaswerken, wapens en wapenuitrustingen. In de schatkamer kan je ongeveer 500 museumstukken vinden en het wordt gezien als één van de meest waardevolle privécollecties in Europa.

Ik heb ook een rondleiding met een gids gedaan in verschillende kamers van het kasteel. De eerste ruimte die we tegenkwamen was de wapenkamer. Dit was vroeger de toegang tot de Rübenach ruimtes. In deze ruimte zijn verschillende kanonnen, wapens, schilden en pantsers tentoongesteld die uit de 14de tot de 17de eeuw komen. In de Rübenacher benedenzaal uit 1311 is het schilderij “Madonna mit Kind und Weintraube” van Lucas Cranach de Oudere te zien. Deze zaal was de woonruimte van de Rübenach tak van de Eltz familie. De bovenzaal van deze familie hierboven bevat verschillende bourgondische wandschilderingen en een houten hemelbed, en was dan ook één van de slaapvertrekken. Aan dit slaapvertrek is een kleedkamer gelegen die eveneens wandschilderingen bevat. Ook kon je een kijkje nemen in de badkamer en de toiletruimte. In de wandschilderingen geven verschillende figuren de familieleden van de Rübenach familie weer. In de 16de eeuwse ridderzaal kwamen de 3 families bijeen om problemen uit te werken of gezamenlijk feesten te vieren. Deze zaal is dan ook de belangrijkste ruimte van de burcht. In de zaal hangen originele wapens en uitrustingen van de familie. Zo kan je hier ook kleine kanonnen zien. De narrenhoofden aan de muur symboliseren de vrijheid van het woord die in de zaal gold, terwijl de roos boven de deur juist symbool staat voor zwijgen, aangezien alles wat in de zaal gezegd en gedaan werd buiten de zaal niet meer besproken zou worden. Een andere belangrijke ruimte die je kon bewonderen was de keuken. De keuken stamt uit de 15de eeuw, maar de inrichting zelf stamt uit de 15de tot de 19de eeuw, en het geeft dan ook een bijzondere indruk van de geschiedenis van de burcht.

Na dit bezoek keer ik terug naar Cochem. Ik ga nu de stad gaan verkennen en vervolgens een fietstocht maken langs de Moezel. Het eerste historische monument dat ik tegenkom is de Enderttor. Het is één van de drie goed bewaard gebleven stadspoorten. Het gebouw is nog in een oude stijl opgebouwd met materiaal dat toentertijd voorhanden was. De poort werd in 1332 gebouwd door keurvorst Baldwin. Het diende als de noordelijke doorgang van de stadsmuur. De Enderttor beschermde de stad ook tegen aanvallen. Een tijdlang deed de Enderttor dienst als stadsgevangenis van Cochem. Het gele gebouw "Alte Thorschenke" ernaast diende als wachthuis naast de poort. Tegenwoordig bevindt het zich in het gebied van de drukke voetgangerszone van de stad. Er zijn hier in de buurt vele gezellige restaurants, bars en terrassen te vinden.

Op het historische marktplein van Cochem kan je het barokke stadhuis en de Martinsfontein (Martinsbrunnen) vinden. De gebouwen rondom het marktplein zijn voor het grootste gedeelte vakwerkhuizen. Op de begane grond bevinden zich de winkels. Hier kun je rondlopen en de sfeer van het prachtige stadje opsnuiven. Ik kom hier ook de Sint Martinus kerk (St. Martinkirche) tegen aan de Moezelpromenade in Cochem. Het is een rooms-katholieke kerk en behoort tot het bisdom Trier. De oudste delen van de kerk zijn gebouwd in de tweede helft van de 15de eeuw. In de jaren dertig van de vorige eeuw vond er een grote renovatie plaats aan de kerk. Bij een hevig bombardement op 5 januari 1945 op de stad werd de Martinuskerk grotendeels verwoest. De wederopbouw van de Sint-Martinuskerk vond plaats in de jaren 50. Hoewel het om een oud gebouw gaat, zijn de glasramen heel modern en kleurrijk. Opvallend is ook de peervormige torenspits.

Hoog boven de Moezel kan je de prachtige burcht, Reichsburg Cochem zien. Deze oude burcht is altijd al het gezicht van Cochem geweest. De Reichsburg Cochem werd vermoedelijk rond het jaar 1000 gebouwd. De burcht was bijna onneembaar en had een geweldige strategische ligging. In 1978 kwam het kasteel in eigendom van de stad Cochem. Dit kasteel ben ik niet gaan bezoeken. Iets lager gelegen kan je een wit gebouw zien dat de Peterskapel is. Deze kapel staat ook wel bekend als de pestkapel van Sint Rochus. Deze is gebouwd in de periode dat de pest heerste in Cochem en omgeving.

Langs de Moezelpromenade kom ik een huis tegen met muurschilderingen. Er was wel renovatie nodig van de voorgevel. Het balkon daarentegen was prachtig versierd met tekeningen van soldaten in harnas of jonkvrouwen omgeven met zuilen en onder druiventakken. Een beetje verder kom ik een grote houten paal tegen, waartegen verschillende figuren te zien zijn met een tekst eronder van zijn beroep (oa metaalbewerker, wijnmaker, boer,…) en een soort wapenschild. Alle figuren hebben een wijn- of een bierglas vast.

Ik fiets verder langs de Moezel tot voorbij het dorp Briedern en keer daarna terug naar Cochem. De Moezel regio staat natuurlijk synoniem voor de wijn, de Moezelwijnen. Het Moezelgebied is de oudste wijnstreek van Duitsland, die wereldberoemde topwijnen voortbrengt. De prachtige wijngaarden op de hellingen van de heuvels aan de oevers van de Moezel zijn natuurlijk het gezicht van de regio. De wijngaarden beheersen het landschap. Je kan ook rails op de steile flanken van de hellingen zien die naar boven gaan tussen de wijngaarden. Dit is nodig om de wijnboeren naar boven te brengen voor de druivenpluk. Door de steile hellingen kunnen er bijna geen machines worden gebruikt. Het meeste werk moet worden gedaan met de hand. Het aantal gewerkte uren per hectare is dan ook vele malen hoger dan op vlak terrein waar mechanisch kan worden verbouwd. De streek is bekend om zijn voornamelijk witte wijnen van de Riesling, Elbling en Müller-Thurgau druiven. De wijnoogst vindt plaats in september en oktober.

Ik passeer tijdens de fietstocht verschillende dorpen en hun kerken. In het dorp Beilstein kan ik de twaalfde eeuwse burchtruïne Metternich zien hoog boven het dorp. In Beilstein kan ik ook een overzetboot zien op de Moezel. In Cochem zijn er meerdere plezierboten voor een afvaart op de Moezel. Na de ontspannende fietstocht keer ik terug naar het mijn hotel in Cochem.

De volgende dag vertrek ik naar Mörsdorf en ga daar wandelen over de Geierlay hangbrug. Met de bouw van de Geierlay werd begonnen in mei 2015 en ze werd geopend in oktober 2015. De Geierlay is gebouwd naar het voorbeeld van Nepalese hangbruggen en hangt tussen twee bruggenhoofden. De voetgangersbrug heeft een lengte van 360 meter. De hoogte bedraagt 100 meter boven het Mörsdorfer Bachtal en het gewicht van de brug is 57 ton. Ik start de wandeling over de brug en voel direct het wiebelen of zachtjes heen en weer schommelen van de brug. Verschillende stalen kabels zorgen er voor dat de hangbrug niet al te hard wiebelt. Zeker niet geschikt voor mensen met hoogtevrees. Het uitzicht over de bosrijke heuvels is er dan ook adembenemend. De wandeling over de brug is voor mij een onvergetelijke ervaring. De omgeving van de Geierlay hangbrug biedt hier liefhebbers ook mooie wandeltochten. Na de oversteek doe ik een wandeling door het Mörsdorfer Bachtal en kom terug aan de andere kant van de brug. Tijdens de wandeling kan je ook een blik werpen op de onderkant van de brug. In het dal wandel ik naast de Mörsdorfer Bachtal rivier.

Eifel - Moezel (Noorden)

Welkom in Duitsland, een land waar sprookjes tot leven lijken te komen. Duitsland heeft veel te bieden voor toeristen. Je kan er genieten va...