Na dit bezoek verlaat ik de Bodensee regio en vertrek naar de stad Donaueschingen in het Zwarte Woud. Ik kom hier in het centrum de statige stadskerk St. Johann tegen. De katholieke parochiekerk is gewijd aan Johannes de Doper. De buitenkant van de kerk is zeer fraai. Het gebouw met een dubbele torengevel in de stijl van de Boheemse barok werd gebouwd van 1724 tot 1747 naar een ontwerp van de Praagse architect Franz Maximilian Kaňka. De twee torens kenmerken het stadsbeeld van Donaueschingen en worden beschouwd als de herkenningspunten van de stad. De architectuur van de kerk komt prachtig naar voren, omdat de kerk op een verhoging staat.
Naast de
kerk St. Johann kan je de Donauquelle zien. Dit zou de bron zijn van de Donau
rivier. Deze bron ligt aan de rand van het Schlosspark of het kasteelpark. Het
is zowel met een trap als met een lift te bereiken. De Donau
rivier is wereldberoemd geworden door Johann Strauss jr., die één van zijn
bekendste composities aan deze kosmopolitische rivier wijdde: “An der schönen
blauen Donau”. Deze rivier is de enige rivier in Europa die van west naar oost
stroomt. De rivier mondt uit in de Zwarte Zee in Roemenië en Oekraïne, maar het
is een beetje onduidelijk waar deze rivier nu exact begint. Je kan zien dat het
water letterlijk omhoog borrelt en ik merk ook een rooster langs de zijkant op
waar je het water ziet wegstromen. Het zal waarschijnlijk ondergronds naar de
rivier Brigach stromen. Dit is een rivier die door Donaueschingen loopt.
Echter, het is niet eenduidig waar nu precies de oorsprong van de Donau is. Een
andere optie is de plek waar de voedende rivieren de Breg en de Brigach
samenkomen. Daar begint de Donau echt, zoals iedereen in Duitsland op school
leert. Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar de oorsprong en zijn op een
andere conclusie gekomen. Deze bron zou namelijk niet de oorsprong zijn van de
rivier, maar wel een belangrijke rol spelen. Wat nou exact de waarheid is,
krijgen we nooit te weten. Het is in elk geval een prachtige bron en een mooi
bouwwerk waarbij je ook een prachtig Grieks-Romeins vrouwenstandbeeld kan zien.
Je kon zelfs zien dat er muntstukken in de bron liggen.
Naast de Donauquelle kan je het Fürstenberg slot zien. Dit 16de
eeuwse kasteel kreeg zijn huidige aanblik na de restauratiewerken in 1890.
Omdat de architecturale stijl deels het Franse voorbeeld volgt, is het
Fürstenberg slot vrij uniek.
Ik zet mijn
verkenning verder in Doneauschingen. Ik kom het opvallende stadhuis tegen met
blauwe gevel. Het is een prachtig jugendstil stadhuis uit 1910. De jugendstil of
art nouveau is een kunststroming die tussen 1890 en 1914 op verschillende
plaatsen in Europa populair was. Het vorige stadhuis werd verwoest bij de
stadsbrand in 1908. Recht tegenover het stadhuis kan je een prachtig
vormgegeven en verzorgd monument zien voor de gesneuvelde soldaten van de
Eerste Wereldoorlog. Op het plein voor het stadhuis kan je de Muzikantenfontein
(Musikantenbrunnen) zien. Het is een prachtig kunstwerk met beelden van
verschillende muzikanten en een orkestleider. In het kunstwerk kan je ook een
pianist aan zijn piano zien. Onder het podium waarop de muzikanten staan kan je
het water zien stromen. In 1989, ter gelegenheid van het 1100-jarig bestaan van
de stad Donaueschingen, werd de herinrichting van het stadhuisplein met de muzikantenfontein
door de Akense kunstenaar Bonifatius Stirnberg voltooid.
Ik kom hier
ook de Fürstenberg brouwerij tegen. Hier brouwt men verschillende soorten bier.
Op het plein nabij de brouwerij kan ik de Dianafontein (Dianabrunnen) zien. De Diana-fontein is
gemaakt door de beeldhouwer Wilhelm Sauer ter herdenking van het bezoek van
keizer Wilhelm II, zijn vrouw en dochter in 1904.
Vervolgens
fiets ik een stuk langs de Brigach rivier. De Christuskerk aan de Brigach trekt
meteen mijn aandacht. Als centraal gebouw met de toren boven het ovale
middendeel heeft het een bijzondere sfeer. De kerk werd in 1949 herbouwd
nadat deze in de Tweede Wereldoorlog was verwoest. Ik zet mijn tocht
verder langs de Brigach en ga op zoek naar de plek waar deze samenkomt met de
Breg rivier. Ik fiets daarvoor in het Schlosspark en geniet van het groen en de
vijver hier. Ik bereik de plek van samenvloeiing van de Breg en de Brigach die
nu leidt tot de Donau. Hier is het rustig en kan je volop genieten van de
natuur. Ik tracht verder te fietsen langs de Donau, maar een beetje verder kon
ik niet meer langs de rivier fietsen. Ik keer vervolgens terug met de fiets en
vertrek nadien met de wagen naar Triberg.
De volgende
dag blijf ik gans de dag in Triberg. In Triberg kom je terecht in de wereld van
de koekoeksklokken. Prachtig houtsnijwerk, bewegende figuren,
eenvoudig houtwerk en sierlijke, fijn bewerkte taferelen. De werkelijke
oorsprong van de koekoeksklok is nog niet precies opgehelderd. Feit is dat het
wereldberoemde Zwarte Woud-design in verschillende stappen en door
verschillende invloeden tot stand is gekomen. Generaties lang heeft zich rond
het prachtige horloge buitengewoon vakmanschap ontwikkeld en is het een symbool
geworden voor de regio.
Ik wandel
vanaf mijn hotel naar het naburige Schonach en ga op zoek naar ‘s werelds
eerste grootste koekoeksklok. In 1980, na drie jaar bouwen, werd het
voltooid door horlogemaker Josef Dold. Het was 's werelds eerste walk-in
koekoeksklok. Het imposante uurwerk is handgemaakt met een elektrische
decoupeerzaag en is 3,30 meter hoog. 50 keer groter dan een normaal uurwerk.
Het idee voor dit ongewone project ontstond tijdens het werken. De klokkenmaker
kreeg ook regelmatig koekoeksklokken voor reparatie en veel klanten wilden precies
weten wat er defect was. Het is moeilijk om dit uit te leggen met de kleine
tandwielen van een uurwerk, en zo werd het idee voor een grote modelklok
geboren, en daarmee het idee voor de grootste koekoeksklok ter wereld. De
ingang aan de achterkant leidt naar de binnenkant van de klok. Een korte
rondleiding biedt interessante inzichten in hoe het uurwerk werkt en hoe het is
gemaakt. Ik krijg hier uitleg over de werking van de koekoeksklok. Voorbij de
indrukwekkende versnellingen en het 70 kg gewicht dat de mechanica aandrijft,
komt de bezoeker door een zijdeur naar het vooraanzicht. De prachtige gevel
wordt aangevuld door een beweegbare houthakkerfiguur en kleurrijke
bloemendecoraties, die zorgen voor een passende landelijke idylle. Nu was het
wachten tot het vogeltje uit het deurtje kwam. Men heeft hier de koekoeksoproep
handmatig geactiveerd, zodat het niet nodig was om te blijven wachten tot de
wijzer op het uur stond.
Na dit bezoek wandel ik naar het centrum van Triberg. Daar ga ik één
van de hoogste cascade watervallen gaan bekijken in het Zwarte Woud. Dit is
misschien wel de trekpleister in Triberg. Het water van de rivier de Gutach valt hier
over een hoogte van 163 meter, namelijk van 872 meter tot 711 meter boven
zeeniveau. De Gutach stort zich vanuit een glooiend plateau over meer dan 7
grote stappen in de rotsachtige V-vormige vallei van Triberg. De diepe vallei
verwijdt zich hier iets zodat er ruimte is voor het dorp Triberg. Je kan
via een goed wandelpad naar boven gaan langs de waterval. Via bruggen en
platforms kun je heel dicht bij de watervallen komen. Je ziet dat de watermassa
over de rotsen stroomt. Hier ontdek je de kracht van de natuur.
Ik neem nog even de tijd om te wandelen in de bossen naast de
watervallen. Ik wandel verder door de bossen en kom terecht aan de Bergsee. Het
is een idyllisch bergmeertje aan de bovenrand van Triberg. Dit prachtige meer
is een geweldige plek om uit te rusten en te genieten van de eendjes en vissen
in het meer. In 1925 vonden zelfs op het bergmeer in Triberg de Europese
kampioenschappen kunstschaatsen plaats.
Een beetje
verder kom ik de bedevaartskerk Maria in de Den tegen. Vanuit mijn hotelkamer
had ik eigenlijk een prachtig zicht op deze bedevaartskerk. Het eenvoudige
kerkgebouw met een rijke barokke inrichting functioneert sinds de bouw van
de nieuwe stadskerk in 1958 niet meer als de parochiekerk van Triberg,
maar wordt tegenwoordig voor bedevaarten, huwelijken en speciale erediensten
gebruikt. Ik neem ook een kijkje in de kerk en zie dat deze pronkvol is
ingericht. Al sinds 1707 bevindt zich in de kerk een orgel. Het hoogaltaar dat
in 1705 werd opgesteld heeft de vorm van een monstrans en als centraal
element het genadebeeld in een gouden nis. Echt prachtig om te zien.
Ik ga nu
naar het Schwarzwaldmuseum in Triberg. Het is een regionaal museum dat de
geschiedenis van het gebied tot leven brengt. Het heeft een unieke verzameling
van culturele en traditionele gebruiksvoorwerpen. Je krijgt een uitgebreid
overzicht van het leven van mensen in de regio door het weergeven van traditionele
klederdracht, gereedschappen, ambachten en gebruiken. Ik zie hier veel glaswerk
en ook een beeld van een klokkendrager. Het waren vroeger de glas- en
klokkendragers, die het laatste nieuws uit heel Europa in deze streek
verspreidden. Er zijn hier werkplaatsen van een houtsnijder, een klokkenmaker
en zelfs een strovlechter ingericht. Deze ambachten baseren op de houtrijkdom
en de bevolkingsarmoede. Historische klederdrachten, oude werkplaatsen en klokken uit
het Zwarte Woud uit vier eeuwen roepen de herinnering aan het verleden op.
Ook kan je hier een collectie van orgels en andere muziekinstrumenten vinden.
Je kan zelfs luisteren naar de muziek van deze zelf-spelende
muziekinstrumenten. In dit museum kan je verschillende mineralen ontdekken in
een gereconstrueerde mijngang. Ook zie ik miniatuurtreinen en uitleg over het
aanleggen van spoorlijnen in het Zwarte woud.
Ik neem nabij het museum de tijd om te genieten van een koffie met de Schwarzwalder kersentaart. Het is een taart bestaande uit chocoladecake, slagroom, kersen en kirschwasser. Kirsch is een alcoholische drank die bereid wordt door gegist kersensap te destilleren.
Na deze pauze
wandel ik nog door de straten in Triberg en verken nog de verschillende
souvenirwinkels. Er zijn eigenlijk veel verschillende koekoeksklokken te vinden
in de souvenirwinkels. Ook kom ik het stadhuis van Triberg tegen met een
overwegend rode gevel. Vervolgens ga ik nog op zoek naar de grootste
koekoeksklok in Triberg. Het is geïntegreerd in een grote horlogewinkel. Hier
passeert een hoofdweg vlak voor de klok, wat het Zwarte Woud gevoel een beetje
aantast. Voor dit doel werden in de voorkant van de Triberg-klok
dennenappelvormige gewichten en een decoratieve slinger geïntegreerd. Met een
schaal van 1:60 is deze zelfs groter dan het origineel in Schonach en heeft
momenteel het record in het Guinness Book met een uurwerk van 4,50 meter hoog.
Het is wachten tot de wijzer op het uur staat en het vogeltje vanachter het
deurtje verschijnt.
Vervolgens keer ik na deze prachtige dag in Triberg terug naar
mijn hotel. De volgende dag vertrek ik naar Freudenstadt dat in het centrum
ligt van het Zwarte Woud. Freudenstadt is beroemd als luchtkuuroord vanwege de zuivere lucht. In de loop der
jaren zijn hier veel beroemdheden langsgekomen om hun gezondheid te verbeteren.
De stad heeft een roerige geschiedenis en werd tijdens de Tweede Wereldoorlog
vrijwel helemaal verwoest. Inmiddels is de stad weer prachtig herbouwd en heeft
nu een mooie mix tussen modern en authentiek. Ik trek naar het marktplein, dat
tamelijk groot is. Het plein is ongeveer 200 meter op 200 meter groot. De
meeste gebouwen rond het plein hebben arcades en hier kan je verschillende leuke
winkels en gezellige cafés zien. Het is jammer dat het plein wordt doorkruist door 2
doorgaande drukke hoofdwegen. Hierdoor voelt het marktplein misschien niet zo
groot aan. Bovendien staan er midden op het marktplein ook nog een paar
gebouwen, zoals een brouwerij en het oude stadhuis. In het oude stadhuis is nu
het stadsmuseum ondergebracht. Die gebouwen complementeren de prachtige arcaden
rond het plein uitstekend. In het stadsmuseum of heimatmuseum kom je meer te
weten over de geschiedenis van de stad.
Het
marktplein wordt geflankeerd door enkele van de belangrijkste
gebouwen van de stad. Niet zo ver van het stadsmuseum, in de
hoek van het plein kan ik het nieuwe stadhuis zien met een 45 meter hoge toren.
Aan der andere kant van het plein in het zuiden ligt de Evangelisch-Lutherse
kerk, met 2 barokke torens met groene daken. Die kerk, bekend als de
Stadtkirche, werd gebouwd tussen 1601 en 1608 en heeft grote gotische ramen. De
kerk is gebouwd in een L-vorm, wat in die tijd heel bijzonder was.
Er is een
niveauverschil op het marktplein te zien. Men spreekt eigenlijk van een lager
gelegen marktplein (Ondermarkt) en een hoger gelegen marktplein (Bovenmarkt). Op
het marktplein kan je verschillende fonteinen zien. Zo is er op het lager
gelegen marktplein een ruimte met verschillende fonteinen naast elkaar waar
kinderen kunnen spelen en er tussendoor rennen. De Stadtkirche bevindt zich ook
op het lager gelegen marktplein. Op het hoger gelegen marktplein zie ik de
neptunus fontein nabij het stadsmuseum en de stadhuisfontein nabij het
stadhuis. Het beeld van de neptunusfontein met de drietand meet twee meter hoog
en is gemaakt van rode zandsteen. In het midden van het plein kan ik nog een
hoge zandstenen basis zien met daarop een bronzen beeld van Venus. Het beeld is
er gekomen in 1954 en is gemaakt ter herdenking van de verwoesting en
wederopbouw van Freudenstadt na de Tweede wereldoorlog. Het
personage reikt met de ene hand uit naar een betere toekomst en verdringt met
de andere het kwaad uit het verleden.
Nadien keer ik terug naar mijn wagen en maak nog een korte
wandeling op het Tannenriesenpad. Het wandelpad gaat door de bossen en verbindt
de mooiste plekjes rond Freudenstadt. Na deze wandeling vertrek ik naar
Ruhestein. Het
is een populaire bestemming voor dagtochten en recreatie en een bekend
wintersportgebied met skiliften op de Ruhesteinberg en skischansen. Op weg naar
Ruhestein rij ik met de wagen door het Nationaal Park Zwarte Woud met vele
bomen. Ruhestein is gelegen op een hoogte van ongeveer 900 meter en is
het ideale startpunt voor een eerste verkenning van het Nationaal Park Zwarte
Woud. Bijzonder aan het Nationaal Park Zwarte Woud is dat het nog maar net
bestaat. Het park is opgericht in 2014 en dat terwijl het gebied zelf al
miljoenen jaren geleden is ontstaan. Het is een park met donkere naaldbossen,
veengebieden, heidelandschap, bergmeren en fantastische uitzichtpunten. Dieren
en planten gaan hun eigen gang en worden door de mens met rust gelaten. Het Nationaal
Park Zwarte Woud is een park met een oppervlakte van meer dan 10000 hectare.
In het bezoekerscentrum kunnen bezoekers meer informatie krijgen
over de wisselende vegetatie, de dieren die in het Zwarte Woud leven en het
natuurpark zelf. Vanaf hier kunnen mooie wandeltochten gemaakt worden. Ik begin
mijn wandeling en wandel op een pad naar boven op de Ruhesteinberg. Boven op de
Ruhesteinberg kan ik aan de andere kant de skischansen zien. Ook staan er bovenaan
op de berg langs de skiliften enkele koeien te grazen. Het duurt niet lang voor
ik kan genieten van de adembenemende natuur in het Nationaal Park Zwarte Woud. Het
gebied waar ik door wandel is een stuk ongerepte natuur en heeft een variërend natuurlandschap.
Ik kan me hier vergapen aan de diverse fauna en flora. Na een tijdje wandelen heb
ik een prachtig uitzicht op het Wildsee meer. Het bijna ronde meer heeft een
oppervlakte van 2,4 hectare en ligt op een hoogte van 910 meter boven
zeeniveau. De maximale diepte is 11,5 meter.
Opmerkelijk
is dat ik op deze locatie een urnengraf kan vinden van dr. Julius Euting. Hij
zorgde al aan het begin van de 20ste eeuw voor het toerisme in het
Zwarte Woud. Julius Euting was een gepassioneerd wandelaar, van 1876 tot 1912
voorzitter van de Vogezen Club, en kreeg de bijnaam “Ruhesteinvater” vanwege
zijn voorliefde voor wandelingen in het Zwarte Woud. Daarom werd hij op zijn
verzoek boven de Wildsee begraven in een urnengraf op de beste panoramische
positie.
Nadien keer
ik langs dezelfde weg terug naar het startpunt van de wandeling. Ik wandel
vervolgens nog naar de andere kant waar ik van dichtbij de verschillende
skischansen kan zien. Ik kan hier onder een afdak een sneeuwkanon zien. In de
winter worden er hier verschillende wedstrijden gehouden.
Vervolgens vertrek
ik naar mijn hotel nabij Pfalzgrafenweiler. Het hotel ligt verscholen in de
natuur en hier kan je ontspannen en tot rust komen. Voor wellness arangementen ben
je hier aan het juiste adres. Ik geniet hier van de rust aan het zwembad. Ook
het avondeten in het restaurant en de bediening in dit hotel was top.
De volgende
dag maak ik nog een korte wandeling in de bossen nabij het hotel. Nadien rij ik
naar de Sommerberg in Bad Wildbad. Daar ga ik eerst naar het boomtoppenpad
(Baumwipfelpfad). Over een breed, houten vlonder pad van 1,2 km loop je langs
en over de boomtoppen van het Zwarte Woud. De brede constructie heeft hoge
leuningen en geeft daardoor een stabiel en veilig gevoel. Onderweg is het
vooral genieten van de natuur en het uitzicht. Het pad ligt hoog boven de
begane grond en staat op dikke stevige houten palen. Je kan zien dat er naast
het hoofdpad een alternatieve, meer avontuurlijke route is aangelegd. Via
allerlei hindernissen en obstakels beweeg je je langs het pad. Je kan over een
evenwichtsbalk lopen of springen van blok naar blok. Als extra attractie zitten
er geen planken onder maar een net dat nauwelijks zichtbaar is. Hierdoor lijkt
het alsof je meters boven de grond aan het klimmen en klauteren bent. Deze ‘zijwegen’
zijn extra spannend, omdat door de open vloeren de hoogte goed zichtbaar is.
Ook kom je onderweg langs het pad diverse natuur gerelateerde puzzels tegen,
die leerzaam zijn voor kinderen. De kinderen kunnen hier kleine opdrachten doen
met als thema de lokale natuur- en dierenwereld. Ik wandel verder op het
boomtoppenpad en plots zie je tussen de bomen de 40 meter hoge uitkijktoren
tevoorschijn komen. De cirkelvormige hellingbaan leidt je naar de top. Boven
heb je een prachtig uitzicht over de uitgestrekte bossen van het Zwarte Woud. Op
de leuning bovenaan kan je verschillende kleine richtingaanwijzers zien met de
afstand tot een welbepaalde plaats. De Wildline hangbrug kan je zien liggen en ligt
in vogelvlucht op 0,5 km van hier. Indien je wil kan je hier ook naar beneden
glijden via een 55 meter lange glijbaan buis. Ik wandel terug naar de uitgang
van het boomtoppenpad en wandel vervolgens door een bos naar de Wildline hangbrug.
Ik kom aan bij de Wildline hangbrug en zie in ieder geval een
prachtig en indrukwekkend bouwwerk. De brug bestaat uit 140 ton staal en vormt
een unieke symbiose met de ongerepte natuur. In tegenstelling tot de
gebruikelijke hangende bruggen, leidt deze weg je omhoog. Deze brug is gebouwd
met een boogvorm. Dus in het midden van de brug bereik je het hoogste punt. De
afstand tot aan de bodem van het dal is ongeveer 60 meter. De brug zelf is 380
meter lang. Je hebt vanop de brug een prachtig uitzicht op de omliggende bossen
van het Zwarte Woud en de vallei. Ik loop over de brug en keer via de brug
terug naar het startpunt.
Na dit bezoek rij ik naar de stad Baden-Baden. Door een
wegomlegging ben ik de Schwarzenbachdam gepasseerd. Het is een stuwdam bij
Forbach in het noordelijke Zwarte Woud. Het stuwmeer verzameld het water op de
oostelijke hellingen van de regenachtige hoofdkam van het noordelijke Zwarte
Woud. Ik stop hier even en geniet van de omgeving. Ik merk op dat het
Swarzenbach reservoir eigenlijk een populaire recreatiebestemming is.
Ik bereik Baden-Baden en deze stad staat bekend om zijn
tweeduizendjarige kuurgeschiedenis. De bekendste kuuroorden van de streek
bevinden zich in Baden-Baden. Ik maak een stop nabij het Lichtental klooster.
Het is een uit 1245 daterende abdij van de cisterciënzernonnen. De
kloostergebouwen liggen rondom een binnenplein. Je kan de gebouwen aan de
buitenkant bewonderen op het binnenplein.
Een beetje verder kan ik de Evangelisch-Lutherse kerk zien. Deze kerk is gebouwd in 1907 volgens het motto: “Een sterk kasteel is onze god”. Ja, de kerk heeft eigenlijk een machtige uitstraling met zijn twee identieke kerktorens. Niet zo ver hiervandaan heb je het Brahms-Haus. Dit is een museum dat gewijd is aan het werk en leven van componist Johannes Brahms. Dit museum ben ik niet gaan bezoeken.