zondag 15 januari 2023

Bodensee


Na mijn verblijf in Ulm ga ik de volgende dag met de wagen vertrekken naar de Bodensee of Bodenmeer. Ik kom aan in de stad Lindau. Daar ga ik naar de oude binnenstad dat op een bijna 70 ha groot eiland ligt in de Bodensee. Eigenlijk is de ligging wel uniek. Een historisch eiland met een onmiskenbare charme, omgeven door een glashelder meer en de zachtgroene ommelanden. Als decor verrijzen op de achtergrond de bergen.

Als je vanaf het vasteland de brug naar Lindau eiland oversteekt, kom je bij het Lindau stadspark, die zich uitstrekt voor de huizen in de oude stad. In dit stadspark op het eiland word je enthousiast van de exotische bomen, planten en de kleurrijke bloemenborders. Parken en tuinen zijn een onmisbaar onderdeel van de cultuur van het leven in een stad als Lindau, die dankzij de ligging aan het meer en het milde klimaat bijdraagt ​​aan de recreatie en ontspanning van mensen.

Overigens betekent de naam Lindau “eiland waarop lindebomen groeien” en is gedocumenteerd sinds 882. Het stadswapen en het zegel, daterend uit de 13de eeuw, tonen een lindeboom of een lindeblad en herinneren aan de lange geschiedenis van Lindau.

Ik trek nu de historische oude binnenstad in en kom eerst de Sint Stephan en de Münster Onze-Lieve-Vrouw kerk tegen. Deze twee kerken staan naast elkaar. Nabij de twee kerken kan je op het marktplein een fontein zien met bovenaan het standbeeld van Neptunus. De Sint Stephan kerk werd gebouwd rond 1180 en werd in de tijd van Rococo verschillende keren aangepast aan zijn huidige uiterlijk. De katholieke Münster Onze-Lieve-Vrouw kerk is van oorsprong uit 810. Na een stadsbrand in 1728 is de huidige kerk gebouwd ca 1750. Van buiten ziet de kerk er eigenlijk eenvoudig uit maar van binnen is het prachtig. Het interieur is in Rococo stijl met o.a. mooie fresco’s op het plafond. De kerk heeft 2 orgels. Tegenover de Sint Stephan kerk op het marktplein staat het stadsmuseum. Dit gebouw was men momenteel aan het renoveren.

Ik ga verder de stad in en slenter door steegjes en winkelstraten waar je gebouwen ziet met eeuwenoude gevels. Lopend over de kasseien trek je van het ene mooie gebouw naar het volgende. Op sommige gebouwen merk je gevelbeschilderingen op. Ik bereik het oude stadhuis met zijn kleurrijke gevel dat werd gebouwd in 1422. De buitenkant is rijk versierd met fraaie vergulden schilderwerken. Maar ook de trap aan de voorzijde is een waar kunstwerk. Spijtig dat er voor het oude stadhuis nu een podium stond opgesteld die de trap een beetje verborg. Het is zeker de moeite waard om de details van de gevelbeschilderingen te bekijken. Echt een prachtig gebouw om te zien. Zo zie ik onder andere beschilderingen van figuren die muziekinstrumenten bespelen, feestende mensen, engelen, een ruiter te paard en zoveel meer. Rond de ramen van het gebouw op de eerste verdieping zie ik een beschildering van zuilen en guirlandes (een slinger van groen en vruchten). Het werk aan het indrukwekkende gebouw duurde 14 jaar en beleefde enkele decennia later zijn eerste grote historische moment. Maximiliaan I riep in 1496 de Reichstag bijeen in de raadzaal met houten lambrisering. De Reichstag was toen een orgaan waar de vertegenwoordigers van de Duitse vorstendommen en vrije rijkssteden samenkwamen om te vergaderen. Het kleine eilandstadje had nooit durven dromen dat de Reichstag naar Lindau zou komen. De geschilderde buitengevel van het stadhuis vertelt over de Reichstag en nog veel meer.

Ik wandel verder en kom de toren Diebsturm tegen. Het is een toren die in 1380 is gebouwd als onderdeel van een vesting. Dit is een ongewoon gevormde toren. Het is rond met een puntdak en verschillende kleine torentjes. Het heeft vroeger dienst gedaan als wachttoren en als gevangenis. Achter de toren staat de oudste kerk van de Bodensee, namelijk de Peterskirche.

Nadien kom ik aan in de haven van Lindau en daar merk ik een andere toren op. Dit is de Mangturm of Mang-toren. Deze toren staat aan de waterkant en opvallend is het kleurrijke dak in chevronstijl. Het vierkante stenen gebouw werd in de 12de eeuw gebouwd als onderdeel van de middeleeuwse stadsversterkingen. Het was vroeger voor zeevaarders een machtig herkenningspunt van de stad Lindau. Het was vroeger ook de perfecte observatiepost aan het einde van de stadsmuur.

Aan de ingang van de haven kan je aan de ene kant een vuurtoren zien en aan de andere kant de leeuw van Beieren die op zijn sokkel waakt over de haven. Pas toen de nieuwe vuurtoren van Lindau in 1856 voltooid was, verloor de Mang-toren zijn functie als sein- en observatiepost.

Rond de haven kan je flaneren langs de vele terrassen. Je kan straatartiesten aan het werk zien en straatmuzikanten zorgen voor een muzikale omlijsting. Eigenlijk heb je vanop de terrassen een mooi uitzicht op de haven.

Ik keer vervolgens terug naar de wagen en rij naar de stad Friedrichshafen dat ook aan de Bodensee ligt. Bij mijn aankomst ga ik eerst een bezoek brengen aan het Zeppelin museum. Hier in Friedrichshafen werden van 1898 tot het begin van de Tweede Wereldoorlog veel zeppelins gebouwd. De zeppelin is een uitvinding van de Duitse legerofficier Ferdinand von Zeppelin (1838-1917). De Duitser werkte het principe van de heteluchtballon, een uitvinding van de gebroeders Montgolfier, uit. Hij maakte een bestuurbare luchtballon met metalen geraamte. In het Zeppelin museum vindt u de meest omvangrijke en belangrijke verzameling over de geschiedenis en techniek van de zeppelinluchtvaart. Bovendien kan je in het museum ook een kunstcollectie werken uit vijf eeuwen zien en wordt er duidelijk gemaakt wat deze kunst te maken heeft met de geschiedenis van de zeppelin. Nabij de ingang bekijk ik eerst een film waarop te zien was hoe de bouw van een zeppelin gebeurde. In het museum zijn er nog andere historische geluids-, film- en beeldopnames die het verhaal vertellen van de luchtvaart.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog worden er uiteindelijk ongeveer honderd zeppelins gebouwd. Ze worden onder meer gebruikt voor bombardementen boven Oost-Engeland en een enkele keer wordt ook Londen bereikt. Doordat de luchtafweer zich snel ontwikkelt worden de zeppelins later echter steeds minder ingezet voor bombardementen.

Hier kom je meer te weten over de eerste passagiersvluchten met de zeppelin. Na de Eerste Wereldoorlog vanaf 1918 worden de zeppelins op grote schaal ingezet als lijndienst voor burgers. Het beroemdste passagiersluchtschip is de Graf Zeppelin. Het luchtschip LZ129 Hindenburg deed in mei 1936 voor het eerst een vlucht over de Atlantische Oceaan van Duitsland naar Amerika. De LZ129 Hindenburg, genoemd naar de Duitse veldmaarschalk en later rijkspresident Paul von Hindenburg, was de grootste zeppelin ooit gebouwd met een lengte van 245 meter en had een maximale diameter van 41,2 m. Hij bereikte een maximumsnelheid van ongeveer 130 km/u. Dit luchtschip werd speciaal gebouwd voor de Noord-Atlantische route om de verbinding tussen Europa en het Noord-Amerikaanse economische gebied te versnellen: post en passagiers konden nu in slechts 2 dagen de Noord-Atlantische Oceaan oversteken. De bestemming van het luchtschip was Lakehurst in de staat New Jersey, 130 km te zuiden van New York. In het vliegseizoen 1936 waren er tien reizen, met een passagiersbezettingsgraad van 72%. Je kan oude krantenartikelen lezen, oude  boorddocumenten zien, gemarkeerde eetborden en koffietassen bekijken die tijdens de vlucht werden gebruikt. Ook kom je meer te weten over de ramp van de LZ129 Hindenburg. Op 6 mei 1937 exploderen de gascellen van het luchtschip kort voor de landing in Lakehurst. Sommige passagiers konden nog uit het luchtschip springen. Van de 97 mensen aan boord kwamen er 35 om het leven. De ramp met de Hindenburg luidt het einde van het tijdperk van de zeppelins in.

Je kan op de benedenverdieping een neergeklapte intrekbare aluminium trapladder zien die eigenlijk bezoekers uitnodigt om aan boord te gaan van een zeppelin. Je gaat via deze trappen naar boven en je komt terecht in een stuk nagebouwde zeppelin, een replica van de LZ129 Hindenburg, waar je een indruk krijgt hoe de slaapkamers, de eetzaal, het toilet en de lounge ruimte was. De ruimte is 33 meter lang en dus groot genoeg om een ​​idee te geven van de enorme afmetingen van het oorspronkelijke luchtschip. Je kan hier de bijzondere sfeer binnen van een luchtschip uit de jaren 30 ervaren en kennis maken met de technische aspecten van dit luchtschip.

Verder kan je hier onderdelen, motoren van het luchtschip en andere zeppelin schaalmodellen bewonderen. Ook kan je de kostuums zien van het personeel op de luchtschepen. Je kan kijken hoe de cockpit van een luchtvaartschip eruit zag. Ook kan je hier een stuk van het complex gebouwde metalen geraamte zien van een zeppelin. De zeer complexe skeletconstructies voor de gigantische luchtschepen werden gebouwd in de luchtschiploodsen in Friedrichshafen met een speciaal ontworpen tang. Je kon de verschillende gebruikte werktuigen hiervoor bekijken in het museum. Ook kon je oude beeldopnames zien van onderhoudswerken aan deze skeletconstructies. Ik vond het een leuk museum en de moeite waard om het te bezoeken.

Daarna ga ik Friedrichshafen verder gaan verkennen. Zo kom ik de Sint-Nicolaaskerk in het historische centrum van de stad tegen. Op de plaats van de huidige Sint-Nicolaaskerk stond in de 13de eeuw een geloofsgebouw. Deze is in de loop van de tijd meerdere malen verwoest en vervangen door een nieuwe. Dit gebeurde voor het laatst na de Tweede Wereldoorlog nadat een groot deel van Friedrichshafen tijdens bombardementen verwoest werd. De huidige kerk is gebouwd in 1946 en ingewijd in 1949. Het dak van de toren is bedekt met kleurrijke dakpannen. Nabij de kerk kan ik nog een opmerkelijke fontein (Buchhornbrunnen) zien. De fontein is vernoemd naar de stad voordat hij in 1811 veranderde in Friedrichshafen. Het wordt omringd door fantasiestandbeelden die op één of andere manier verwijzen naar de geschiedenis van de stad. De structuur in het midden vertegenwoordigt een boom, een beuk om precies te zijn. Je kunt in de fontein dieren, kleine zeppelins, tandwielen, een schroef, een hoorn en een motorblok zien. En elk voorwerp spettert water in het zwembad. Je ziet hier kinderen spelen in het water of op één van de beelden klimmen. Zeker een aanrader om deze fontein te zien. De Buchhorn-fontein werd in 2001 ingewijd.

Vervolgens wandel ik de volledige promenade af aan het Bodenmeer. Zo kom je hier op de promenade straatartiesten en straatmuzikanten tegen, maar ook kan je marktkramen vinden. Direct aan het Bodenmeer en naast de jachthaven kom ik een indrukwekkend metalen kunstwerk tegen. Het kunstwerk noemt men het geluidschip “in het moment”. De constructie bestaat uit twee sets sculpturen die op een soort metalen schip staan. De boodschap hierachter is dat we met z’n allen in hetzelfde schuitje zitten en diende als symbolisch gebaar van vrede. De symbolische figuren die je ziet zijn allemaal ontleend aan de Griekse mythologie. Zo kan je in het kunstwerk de Europa-stier zien. Deze stier is de getransformeerde Zeus die het mooie Europa wil charmeren. Het kunstwerk is tijdens de oorlog ontstaan ​​op het grondgebied van voormalig Joegoslavië. Het kunstwerk was toen korte tijd in Sarajevo, de zusterstad van Friedrichshafen. In 2001 werd het naar Friedrichshafen gebracht, waar het sindsdien is gebleven.

Na dit bezoek vertrek ik naar mijn hotel in Friedrichshafen. De volgende dag rij ik verder langs de Bodensee en kom aan in Meersburg. Momenteel bestaat het historische centrum van Meersburg uit een bovenstad en een benedenstad. De bovenstad is gelegen rondom het kasteel Meersburg en de benedenstad is gelegen rondom de veerhaven aan de Bodensee. Een goede stadsmuur hoort bij Meersburg. Via een toegangspoort, de bovenste poort bereik ik eerst de bovenstad. Meersburg bestond aanvankelijk alleen uit de huidige bovenstad en een in 1260 gebouwde stadsmuur. Aangezien de stad snel groeide, werd het gebied van de benedenstad richting het meer grotendeels kunstmatig opgevuld. De stadsmuur heeft de beneden- en bovenstad altijd omgeven. De bovenste poort werd gebouwd als onderdeel van de uitbreiding van de stad rond 1300 op de handelsroute naar Ravenburg. In de Middeleeuwen bewaakten de Meersburgers hun stadspoorten zeer streng. Elke reiziger moest worden gecontroleerd en aan alle poorten werden tol en poortgelden geïnd. In 1902 werd de bovenste poort gedeeltelijk vernieuwd en het heeft nu een opvallend rode kleur.

In de kleine straatjes van de bovenstad kan je grote vakwerkhuizen, kleine winkeltjes en gezellige cafés vinden. In de bovenstad kan je ook het oudste nog steeds bewoonde kasteel van Duitsland vinden. Het kasteel Meersburg stamt uit de zevende eeuw en werd gebouwd in opdracht van de Merovische koning Dagobert de Eerste. Van het originele kasteel is niets bewaard gebleven. Nu is een groot deel van het kasteel omgebouwd tot museum. Naast dit oude kasteel kan je hier ook het nieuwe kasteel vinden, dat eigenlijk een paleis is. Men begon in 1710 met de bouw van dit paleis. Dit was van 1750 tot 1803 de residentie van de bisschop van Konstanz. Het paleis kreeg de typische uitstraling van de rococo.

Ik kom hier in de bovenstad ook nog het stadhuis tegen met een gele gevel. Het stadhuis is gebouwd in het midden van de 16de eeuw. Je merkt bij verschillende oude huizen bovenaan een zolderluik op. De goederen werden hier via een katrol naar boven gebracht. Je kan boven het zolderluik het uitsteeksel of verankering zien waarop de katrol hing.

Je hebt hier in de bovenstad mooie uitzichtpunten op de benedenstad en de Bodensee. Ook vallen de vele wijngaarden op. Meersburg is één van de bekendste wijndorpen aan de Bodensee. De schuine hellingen rondom het dorp zijn bebouwd met wijngaarden, die totaal bijna 120 hectare beslaan. Eén van de bekendste wijnmakers in het dorp is het Staatsweingut Meersburg, dat al vele honderden jaren wijn maakt in Meersburg. Er wordt sinds 1324 wijnbouw in Meersburg beoefend. De wijngaarden die deze wijnmaker in handen heeft, staan lokaal bekend als de beste in de regio.

Via een smalle en tamelijk steile straat bereik ik de benedenstad. Via deze weg zal je het oude kasteel Meersburg passeren. Hier kan je de toegangspoort van de benedenstad zien. Vervolgens ga ik naar de haven van Meersburg. Aan de ingang van de haven kan ik het opmerkelijke kunstwerk de “Magische Zuil” zien.  Het kunstwerk werd hier in april 2007 onthuld. Als 15 meter hoog monument op de havenrotonde rijst de Meersburgse "Magische Zuil" relatief vreedzaam op. Het kunstwerk stelt een "magische variétéshow" voor en brengt bekende persoonlijkheden uit de stadsgeschiedenis van Meersburg samen. De figuren zijn gekleed in de kostuums van hun wensfantasieën. Bovenaan zie je een zeemeeuw met het hoofd van een beroemde Duitse dichteres. Vanop deze havenrotonde heb je een mooi uitzicht op de wijngaarden langs de schuine hellingen en het wijnhuis Staatsweingut Meersburg. Naast het wijnhuis zie je een ander statig gebouw met een overwegend rode gevel. Dit is het Droste-Hülshoff-Gymnasium en is een middelbare school.

Na mijn bezoek van de benedenstad en de bovenstad van Meersburg keer ik terug naar mijn wagen en vertrek dan naar het dorp Unteruhldingen waar ik het paalwoningmuseum ga bezoeken. Het is een openluchtmuseum met archeologische vondsten en reconstructies van paalwoningen. Het museum begon in het jaar 1922 na de bouw van de eerste twee paalwoningen. De burgemeester van het dorp was één van de initiatiefnemers. In het museum bevinden zich 23 houten paalwoningen uit verschillende tijdperken. Deze zijn aan, maar ook iets uit de oever in het water gebouwd en met elkaar verbonden met loopbruggen van houten planken. Veel daken van de paalwoningen zijn van riet en veel muren zijn van leem. Archeologische vondsten van paalwoningen uit de steentijd en uit de bronstijd in de omgeving van het museum zijn gebruikt als blauwdruk voor het reconstrueren van de paalwoningen. De woningen zijn opengesteld en in de woningen is een tentoonstelling over het leven tijdens beide tijdperken. Ook zijn er historische gebruiksvoorwerpen nagemaakt, die te bewonderen zijn in de paalwoningen. Dit zijn onder meer fuiken, voorwerpen om vuur te maken, een installatie met een vijl om gaten in stenen te vijlen, bijlen, kookgerei en speerpunten van steen en brons. Ook kan je de klederdracht van de vroegere bewoners bekijken. Op borden kan je meer lezen over hun geloof, gebruiken en hoe ze hier leefden.

De enigszins kwetsbaar uitziende bouwwerken werden van de 5de tot de 1ste eeuw voor Christus veel toegepast. Opgravingen uit de 19de en begin 20ste eeuw hebben aangetoond, dat de mensen in de steen- en bronstijd in houten huizen boven het water leefden. De bewoners hadden in ieder geval een heel gemakkelijke toegang tot het water. Zo konden ze hun voedsel als het ware voor de huisdeur vangen. Afgezien van de voedselvoorziening was de ligging aan het water gunstig voor transport van waren. Bovendien bestond er een gemakkelijke uitwisseling met tijdgenoten, die aan de 273 kilometer lange oever van het op twee na grootste meer in Europa leefden. De hoge positie op palen bood bovendien bescherming bij mogelijk hoogwater. Over houten steigers waren de buren en het vasteland bereikbaar zonder natte voeten te krijgen. De bouwwijze van de paalhuizen aan de Bodensee had echter ook een groot nadeel. Zo tastten vocht en vorst het hout ernstig aan. Hierdoor hadden de domicilies aan het meer in de steen- en bronstijd slechts een houdbaarheid van ongeveer 15 jaar. Daarna moest het huis opnieuw worden gebouwd.

Eifel - Moezel (Noorden)

Welkom in Duitsland, een land waar sprookjes tot leven lijken te komen. Duitsland heeft veel te bieden voor toeristen. Je kan er genieten va...